Kristof Van Mierop geraakte reeds op 10-jarige leeftijd gefascineerd door de tweede wereldoorlog en de concentratiekampen, door het verhaal van zijn opa. Pas in 2015, toen hij 39 was, ging hij echt graven in deze geschiedenis en bezocht hij de plaatsen in Duitsland waar zijn grootvader verbleef tijdens zijn gevangenschap In het concentratiekamp Neuengamme. Door een aantal eerder toevallige ontmoetingen werd zijn fascinatie een uit de hand gelopen hobby waarbij hij zowel in België als internationaal geëngageerd is in verschillende verenigingen die actief zijn rond opzoeken, herdenken en herinneren van dit belangrijke verleden.
Een beetje voorgeschiedenis
Ik was ongeveer 10 jaar oud, toen ik gefascineerd werd door Wereldoorlog II en door de concentratiekampen in het bijzonder.
We verzamelden met heel ons gezin rond de radio in de woonkamer, de cassetterecorder in de aanslag. Mijn opa, Roger Vyvey, kwam namelijk op de BRT radio (Belgische Radio & Televisie) met een interview over zijn periode in de concentratiekampen. In stilte luisterden we bijna een uur lang naar zijn verhaal.
Mijn moeder, dochter van Roger, was toen ongeveer 33 jaar en ongelooflijk, zij hoorde het verhaal van haar eigen vader voor het eerst. Zij wist dat haar vader in een concentratiekamp zat en dat hij één keer per jaar naar een bijeenkomst ging in Brussel met ex-politiek gevangenen. Maar wat hij daar had meegemaakt, wist ze niet.
Het was in de tweede helft van de jaren tachtig, toen de holocaust en de concentratiekampen een hernieuwde aandacht kregen in de media en in tal van documentaires. Het radio-interview met mijn opa was er één van. Hij ging in dezelfde tijd ook spreken in scholen, maar moest het na een paar keer stoppen. Hij werd’s nachts, meer dan 40 jaar na datum, badend in het zweet wakker door de levensechte nachtmerries bestaande uit de herinneringen aan de periode in het concentratiekamp.
Mijn interesse voor geschiedenis was geboren. Mijn grootvader vond dit boeiend. Ik herinner me nog dat we samen in zijn garage stonden tussen de vele boeken die hij verzameld had voor de jaarlijkse 11 november scholenwedstrijd. Hij richtte die op in 1964 en organiseerde die zelf gedurende 38 jaar lang, vandaag bestaat de wedstrijd nog. Alle Nieuwpoortse scholen kregen een vragenlijst voorgeschoteld rond de thema’s WOI, WOII en het koningshuis. De winnaars kregen een mooi boekenpakket. Tijdens een bezoekje aan hem kreeg ik ook steeds de vragenlijst voorgeschoteld en moest die dan oplossen.
In het jaar 1998 moest ik tijdens mijn opleiding geschiedenis een familiestamboom opstellen, dus kwam ik het verhaal van Neuengamme, Blumenthal en de Cap Arcona opnieuw tegen en sprak ik hierover met mijn grootvader die me een paar dingen vertelde en mij ook zijn archief liet zien.
Op 11 november 2002, werd hij ereburger van de stad Nieuwpoort o.a. omwille van de scholenwedstrijd en voor zijn jarenlange inzet voor de overkoepelende organisatie van de vaderlandslievende verenigingen.
Halverwege december 2002 gaf hij nog een uitgebreid video-interview voor de Belgische Auschwitzstichting over zijn verhaal in het concentratiekamp. Een week later werd hij opgenomen in het ziekenhuis en hij overleed eind januari 2003. Nu denk ik … een hoofdstuk was afgesloten.
Zijn verhaal …
Mijn grootvader werd opgepakt op 14/4/1944 te Nieuwpoort na verraad in de eigen weerstandsgroep. Na gevangenschap in Brugge en de Nieuwe Wandeling te Gent werd hij zoals vele Belgen gedeporteerd naar Neuengamme in Duitsland met het transport van 31 augustus 1944. Dit op slechts een paar dagen van de bevrijding, de stad waar hij woonde werd bevrijd op 7 september 1944, de hoofdstad Brussel zelfs al op 3 september. Voor Roger en vele anderen begon de hel toen pas echt. Hij kwam in het hoofdkamp Neuengamme (nabij Hamburg) terecht waar hij het kampnummer 44444 kreeg.
Na een paar dagen werd hij opnieuw op transport gezet naar een buitenkamp genaamd Blumenthal in Bremen waar hij van half september 1944 tot begin april 1945 verbleef. Hij werkte in de smidse van een nabijgelegen fabriek waar ze duikbootonderdelen moesten maken. De lange werkdagen van 12u per dag, de lange appels in weer en wind, het weinige eten, de vele vernederingen door bewakers, de zware folteringen die hij moest ondergaan nadat een machine vastliep waar hij verantwoordelijk voor was, … dit werd zijn dagelijkse realiteit.
Begin april 1945 werden de buitenkampen ontruimd en onderging hij de dodenmars terug naar het hoofdkamp in Hamburg. Er vielen constant doden onder de fel verzwakte gevangenen. Daarna per trein naar Lübeck waar hij samen met een 10.000 tal gevangen werd ingescheept en naar een drietal schepen op de Oostzee werd gebracht. Hij kwam op het luxeschip de Cap Arcona terecht. Doordat hij op een dag de weg naar zijn kajuit niet meer terugvond, kwam hij in een grote ruimte aan de voorkant van het schip terecht. Dit bleek achteraf zijn redding. De mensen in deze ruimte werden op een bepaald moment terug overgebracht naar het vrachtschip de Athen. Op 3 mei 1945 werden de schepen met duizenden gevangen aan boord, per vergissing, gebombardeerd door de Engelsen. De Athen was op dat moment niet meer op zee, maar lag aangemeerd in de haven van Neustadt in Holstein, waardoor het niet gebombardeerd werd. Kort na het bombardement werden de ongeveer 2.000 gevangenen van de Athen bevrijd door de Engelsen. Zo werd mijn opa op 3 mei 1945 bevrijd. Ongeveer 7.000 anderen stierven die dag op zee op één van de gekelderde schepen. Op 24 mei 1945 kwam hij terug thuis in Nieuwpoort als overlevende van een ware hel.
2015 …70 jaar na de bevrijding
In de zomer van 2015 zomer beslisten mijn vrouw en ik om mijn reeds lang bestaande wens, nl. de plaatsen in Duitsland bezoeken waar mijn grootvader gevangen zat, waar te maken.
We bezochten de plaats waar ooit het buitenkamp Blumenthal zich bevond, de site van de fabriek waar hij werkte, de Valentin Bunker, het hoofdkamp Neuengamme (waar ik zelfs een, weliswaar naoorlogse, brief van mijn grootvader terugvond in het archief), de kaai te Lubeck waar hij 70 jaar voordien werd ingescheept en Neustadt-in Holstein, de plaats waar hij op 3 mei 1945 bevrijd werd door de Engelsen.
Een toevallige ontmoeting met Christel Trouvé, verantwoordelijke van de Valentin Bunker in Bremen, maakte dat dit bezoek niet zo maar een bezoek werd. Ze bracht me in contact met Karsten Ellebrecht, een onderzoeker die werkt rond Bremen-Blumenthal waar mijn grootvader bijna 9 maanden verbleef. Aangezien ik ook veel nuttig archiefmateriaal aan Christel kon bezorgen, nodigde ze me uit op de opening van het nieuwe bezoekerscentrum een paar maanden later opnieuw te Bremen. En daar ging de bal pas echt aan het rollen.
Ik ontmoette in het verre Bremen Erald De Wachter, lid van de Belgische Vriendenkring Neuengamme. Ik besloot meteen lid te worden. Mijn grootvader was ook lid geweest, ik had 2 dozen met tijdschriften van de vereniging in zijn archief teruggevonden. Ik had voor onze reis in de zomer van 2015 de vereniging nog opgezocht op internet maar niet gevonden. Maar ze bestond dus nog….
Een uit de hand gelopen hobby ..
Een tijdje later contacteerde de voorzitter van de vereniging mij om te zeggen dat hij mijn lidmaatschap in orde zou brengen en vroeg me of ik eens vrijblijvend wou aanwezig zijn op een bestuursvergadering van de vereniging. Hij kon wel wat jongere mensen gebruiken.
Een paar weken later zat ik op de trein naar Brussel om eens ”vrijblijvend” aanwezig te zijn. Mijn interesse voor het thema was reeds groot en door de bezoeken van de voorbije maanden alleen maar gegroeid. Het feit dat ik mij ook zou kunnen engageren om deze geschiedenis mee levend te houden via een vereniging actief rond de ex-gevangenen van Neuengamme … meer had ik niet nodig en binnen de kortste keren was ik bestuurslid.
Op korte termijn vond ik in overleg met het bestuur waar mijn meerwaarde kon liggen. De vereniging had mijn inziens dringend een website nodig, vandaag bestaat men immers niet als men niet teruggevonden kan worden op het internet. Daarnaast hou ik me bezig met het digitaal archiveren van zoveel mogelijk materiaal van de vereniging. Samen met Tom Devos (N.C.P.G.R Meensel-Kiezegem ’44) slaagde ik er in om een website voor de vereniging te bouwen (www.neuengamme.be) en de lijst van ongeveer 2.500 Belgen uit Neuengamme te digitaliseren. Deze lijst bestond in boekvorm en op oude diskettes uit de jaren ’80. Met de digitale versie kunnen we nu snel info opzoeken wanneer we vragen krijgen van nabestaanden.
Neuengamme is ondertussen een beetje een uit de hand gelopen hobby geworden. Ik ging mee op jaarlijkse herinneringsreis met de vereniging. We bezochten het hoofdkamp en verschillende buitenkampen en waren aanwezig bij verschillende officiële plechtigheden. In mei 2017, 2018 en 2019 nam ik deel aan het “forum van de toekomst” georganiseerd door het KZ Neuengamme. Tijdens het najaar van 2017 en 2018 woonde ik eveneens het congres van de AIN bij, de internationale overkoepelende vereniging van alle nationale verenigingen die voormalig gevangenen en nabestaanden vertegenwoordigen. Recent, in mei 2019, richtten we met een paar enthousiaste 3e en 4e generatie nabestaanden het “Young Committee” op binnen deze Amicale Internationale de Neuengamme. Ons voornaamste doel is om een internationaal netwerk te bouwen om jongere generaties nabestaanden te betrekken en hen te helpen bij opzoekingen naar hun familie die in Neuengamme verbleef.
Ik vind het zeer boeiend om met deze geschiedenis bezig te kunnen zijn. Ik vind nog steeds info over mijn grootvader, maar mijn interesseveld verbreedde zich ook naar de verhalen en wedervaren van de Belgische politieke gevangenen uit het concentratiekamp Neuengamme in het algemeen, alsook naar de internationale context. Ik vind het noodzakelijk dat ikzelf als 3de generatie – net als heel wat anderen van de 2de, 3de, 4de en zelfs 5de generatie – dit o zo belangrijke verleden help levend te houden, zeker nu de ooggetuigen van 1ste generatie langzaam wegvallen.