
© Privébezit Alfons Matthys
Gedurende jaren ben ik op zoek naar mijn familiegeschiedenis en heb ik in dat verband talrijke uren opzoekingen gedaan in diverse archieven en in allerlei documenten en foto’s. En uiteraard kwam daarbij ook mijn vader Jules aan bod. Mijn vader was in WOII werkzaam bij OIP (“Société Belge d’Optique et d’Instruments de Précision”) te Gent, een bedrijf dat optisch materiaal voor het Belgisch Leger produceerde. In mei 1944 werd het bedrijf “bezet” door de firma Heyde Werke uit Bremen Duitsland. Hoogstwaarschijnlijk daardoor heeft er zich een Groep Weerstanders “Verzetsgroep Bedrijfsmilitie, Patriottische Militie, Vaderlandse Milities aangesloten bij het Onafhankelijkheidsfront (O.F.)” gevormd binnen het bedrijf OIP. De groep bestond uit een tiental werkmakkers. Zij pleegden sabotage of vertraagden de productie van optische instrumenten bestemd voor het Duitse vliegwezen. Op 12 augustus 1944 werd mijn vader samen met zeven werkmakkers (twee waren blijkbaar kunnen vluchten) in het bedrijf OIP opgepakt door de G.F.P. (Geheime Feldpolizei) en ze werden gevangen gezet in de Gevangenis Nieuwewandeling te Gent. Later vernamen wij dat op 30 augustus 1944 alle gevangenen met vrachtwagens naar Antwerpen gevoerd werden en daarna op 31 augustus 1944 met de trein naar Duitsland werden getransporteerd. Volgens ooggetuigen van buren in Lokeren zouden zij mijn vader gezien hebben op één van de vrachtwagens die blijkbaar op ongeveer 100 meter van onze toenmalige woning voorbij gereden zijn tijdens het transport van Gent naar Antwerpen via de N70. Dat was het laatste dat wij over mijn vader toen vernomen hebben.
Tijdens zijn gevangenschap in de Nieuwewandeling te Gent zat mijn vader samen in de cel met de Overste van het College van Melle. Die persoon, Pater Stanislas, is vrijgekomen en heeft een handgeschreven boodschap van mijn vader Jules via een toenmalige student aan mijn moeder laten bezorgen. De Pater heeft dit op één of andere wijze uit de gevangenis buiten gesmokkeld. Dit “stukje papier” is voor mij goud waard!

© Privébezit Alfons Matthys
Het onderzoek werd voortgezet
Ik heb mij dan vele jaren later aan het werk gezet om mijn bestaande archief over mijn vader Jules verder uit te pluizen. Gelukkig had mijn moeder al die jaren na het overlijden van mijn vader een tweetal kartonnen dozen aan documenten, foto’s enz. “opgespaard”.
Eind 2007 heb ik contact genomen met het Archief van KZ-Gedenkstätte Neuengamme met de vraag of zij mogelijks meer informatie konden bezorgen over de reële begraafplaats van mijn vader. Op 11/01/2008 kreeg ik een eerste e-mailbericht met informatie dat mijn vader “in einem Sammelgrab auf dem Vorwerker Friedhof in Lübeck begraben liegt”. De Archiefdienst van KZ-Gedenkstätte Neuengamme heeft zich dan nog zelf in verbinding gesteld met het Stadsarchief van Lübeck. In maart 2008 heb ik dan een tweede emailbericht van de Diensten van KZ-Gedenkstätte Neuengamme ontvangen. Daarin is te lezen dat het Stadsarchief van Lübeck bevestigt dat mijn vader “dem 28/04/1945 im Sammelgrab 27a-5-D auf dem Vorwerker Friedhof in Lübeck begraben wurde”.
In november 2009 heb ik mij ook in verbinding gesteld met ITS (International Tracing Service) in Bad Arolsen Duitsland, eveneens met de vraag of zij eventueel meer informatie bezitten over mijn vader en zijn mogelijke begraafplaats. Uit hun antwoord blijkt dat ook daar niets aan bijkomende informatie te vinden is. Enkel de melding “unknown male identification” en de bevestiging van het Stamnummer 44935 van mijn vader. Bijkomend is er ook vermeld dat het Stamnummer van mijn vader toegekend is op 2 en 3 september 1944.
Bij mijn latere opzoekingen ben ik in contact gekomen met de NCPGR (Nationale Confederatie van Politieke Gevangenen en Rechthebbenden) Gewest Gent-Eeklo. Via het secretariaat van de NCPGR heb ik interessante informatie gekregen over het traject dat de acht werkmakkers van OIP hebben afgelegd na hun arrestatie op het werk. Het is namelijk zo dat twee werkmakkers zijn teruggekeerd naar België; de zes anderen zijn allen overleden in gevangenschap in Duitsland. Eén van die twee overlevenden had namelijk bij zijn terugkeer in België het volledige traject neergeschreven dat de acht werkmakkers hadden meegemaakt. Uit die ingewonnen informatie blijkt dat het door de acht werkmakkers afgelegd traject er als volgt heeft uitgezien: van 2 september 1944 tot 5 september 1944 zat mijn vader gevangen in Kamp Neuengamme in Hamburg Duitsland. Van 5 september 1944 tot 6 september 1944 werden de gevangenen met de trein naar Kamp Blumenthal in Bremen Duitsland gevoerd. Mijn vader heeft in Kamp Blumenthal gevangen gezeten van 6 september 1944 tot 9 april 1945. Hij werd daar in Bunker Valentin en bedrijven in de omgeving tewerkgesteld. Van 9 april 1945 tot 15 april 1945 werden de gevangenen verplicht het Kamp Blumenthal te verlaten en ze moesten te voet van Kamp Blumenthal terug naar Kamp Neuengamme (Dodentocht). Van 15 april 1945 tot 19 april 1945 zat mijn vader opnieuw gevangen in Kamp Neuengamme. En dan werden ze van 19 april 1945 tot 21 april 1945 met de trein van Kamp Neuengamme naar de haven van Lübeck gebracht. Van 21 april 1945 tot 23 april 1945 heeft mijn vader dan in de Haven van Lübeck op het schip Cap Arcona en dan op het schip Athen in de Baltische Zee verbleven.

© Privébezit Alfons Matthys
Op 23 april 1945 is mijn vader Jules dan door totale ontbering op het schip Athen overleden in de armen van zijn toen nog twee overlevende werkmakkers Alfons De Vlieger en Willy Dekeghel. De andere vijf werkmakkers waren toen reeds overleden in Sandbostel of Blumenthal of de Lübecker Bocht.

© Privébezit Alfons Matthys
Later hebben de twee naar België teruggekeerde werkmakkers een officiële overlijdensverklaring van mijn vader ondertekend. Hier staat dus officieel bevestigd dat mijn vader in hun armen is overleden op het schip Athen.
Nog wat later heeft dan één van beiden nog een verklaring afgelegd waaruit blijkt dat het lichaam van mijn vader “over boord is geworpen”.
Uiteindelijk blijf ik met de open vraag “Waar is het lichaam van mijn vader Jules gebleven?” Zekerheid is dus dat hij overleden is op het schip de Athen en in zee geworpen is. Onzeker is dus of zijn lichaam in zee gebleven is of later, na de bombardementen door de Geallieerden (op de boten in de Lübecker Bocht), samen met de duizenden andere doden uit het water is gehaald en in een “Sammelgrab” op het Vorwerker Friedhof in Lübeck is geborgen.
Bezoek aan herdenkingsplaatsen in Duitsland
In mei 2018 hebben mijn echtgenote en ikzelf deelgenomen aan de jaarlijkse Bedevaart naar Neuengamme, ingericht door de Vriendenkring Neuengamme België. Wij hebben toen o. a. KZ-Gedenkstätte Neuengamme bezocht.

© Privébezit Alfons Matthys
De naam van mijn vader staat vermeld tussen de duizenden andere overledenen. Dankzij de hulp van de andere deelnemers aan de Bedevaart, die al verschillende keren het Huis hebben bezocht, kon de naam van mijn vader snel gevonden worden.

© Privébezit Alfons Matthys
Bunker Valentin was een van de bezochte plaatsen. Toevallig was daar Radio Bremen aanwezig en die hebben toen een interview van mij en mijn echtgenote afgenomen. Een kopie van het interview heb ik dankzij de Administratie van Radio Bremen in mijn bezit gekregen.

© Privébezit Alfons Matthys
Verder zijn we nog naar het Vorwerker Friedhof in Lübeck geweest en hebben daar het Sammelgrab 27a-5-D bezocht.

Derde van links is Alfons Matthys zoon van Jules
Uiterst rechts op de foto Kristof Van Mierop
© Privébezit Alfons Matthys
Tenslotte hebben wij ook het Gedenkteken van het vroegere Kamp Blumenthal bezocht.
Stolpersteine
Op 6 maart 2019 werden, op initiatief van de NCPGR Gewest Gent-Eeklo, 20 Stolpersteine gelegd in Gent voor overleden Weerstanders. Daarvan waren er zes voor de overleden werkmakkers van OIP.
Deze zes stenen werden gelegd op het vroegere adres van het bedrijf OIP in de Meersstraat 138 te Gent. Een van die zes stenen betreft dus mijn vader Jules.

© Privébezit Alfons Matthys
Jules Matthys en “De 8 van OIP”

© Alfons Matthys
In juni 2019 heb ik het verhaal van mijn vader en zijn werkmakkers neergeschreven in een boek. Ik vond het gepast om de titel van het boek te benoemen als “Jules Matthys en de 8 van OIP”.
Een exemplaar van het boek is aanwezig in diverse archieven en bibliotheken. O.a. ook in het Archief van KZ-Gedenkstätte Neuengamme en in het Archief van Bunker Valentin.
Verder werd door John Gerardu, Onderzoeker te Bremen, een link naar mijn vader’s verhaal gelegd via “Spurensuche Bremen”.
Klik hier voor het betreffende Duitstalige artikel.