Op 26 februari 2022 vond in Hilversum de herdenking plaats van de Februaristaking van 81 jaar geleden. Leerlingen van de middelbare scholen van de stad namen ook deel aan het evenement en herdachten in hun toespraak het protest van een groep studenten en hun leraar. De toespraak is geschreven door Bob Kreiken en uitgesproken door Roxanne de Beaufort tijdens de herdenking en met dank aan ons ter beschikking gesteld.
Beste Hilversummers,
Vandaag is er oorlog in Oekraine. Oorlog in Europa. Duizenden mensen zijn op de vlucht geslagen, gewone mensen krijgen geweren om te vechten voor hun land. In Rusland gaan mensen de straat om te protesteren tegen hun leider Putin. Die gewone Russen, jong en oud, riskeren hun vrijheid om de wereld te laten zien dat zij het niet eens zijn met wat er gebeurt met mensen in Oekraine. Zij weten dat ze in de gevangenis kunnen komen, maar doen het toch.
Ook in de rest van Europa laten we onze boosheid over deze oorlog horen. Juist daarom is het zo belangrijk dat wij hier vandaag in Hilversum bij elkaar zijn om de Februaristaking te herdenken. De stakers van toen riskeerden hun levens door te protesteren tegen de vervolging van joodse Nederlanders.
De Februaristaking was een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in ons land, en dus ook in Hilversum. Tijdens de Februaristaking lieten dappere mensen zien dat ze het antisemitisme van de nazi’s niet accepteerden.
Ook Hilversumse scholieren deden mee aan de Februaristaking. Ze fietsten met vlaggetjes, al zingend door het centrum van het dorp. Het schoolvoetbalelftal van de HBS zag af aan deelname aan de schoolwedstrijden als protest tegen de uitsluiting van joodse scholieren van alle sportvelden.
Een half jaar na de hard onderdrukte Februaristaking in 1941 nadert voor scholieren van het Hilversumse gymnasium de start van het nieuwe schooljaar. Het jaar daarvoor hadden zij al afscheid van hun Joodse leraren moeten nemen die vanwege de Ariërverklaring waren ontslagen. Op de laatste dag van de zomervakantie ontvangen zij allen het bericht dat Joodse leerlingen niet meer welkom zijn op school. Een groep scholieren pikt dit niet. Samen met aardrijkskundeleraar Stender komen zij nog diezelfde dag samen in het huis van scholier Paul Polak. Zij stellen daar een protestbrief op die ze versturen naar alle leerlingen, naar hun ouders, hun leraren, en niet te vergeten, naar NSB1-burgemeester Von Bönninghausen. Als de school in de vroege morgen van 1 september opent, is de brief op de muren geplakt. Ik lees voor:
In naam van onze school leggen wij U het volgende ter kennisneming voor. Toen het vorige jaar twee van onze leraren geschorst, en daarna ontslagen werden, voelden wij dit allen als een groot onrecht. Nu wederom een niet minder onrechtvaardige maatregel wordt genomen, namelijk dat onze Joodse medeleerlingen van het Gymnasium worden verwijderd, kunnen wij niet langer zwijgen. Hierbij protesteren wij daarom ten sterkste tegen dit besluit.
Vde en VIde klas van het Gymnasium
Dit protest van scholieren is een klap in het gezicht van de burgemeester en de schoolleiding. Onmiddellijk wordt, met hulp van de recherche, een onderzoek ingesteld om de daders op te sporen. Uiteindelijk worden drieëndertig scholieren een half jaar geschorst, van wie velen in het examenjaar zitten. Zij slagen er alsnog in hun eindexamen te halen door samen thuis te leren.
Aardrijkskundeleraar Stender wordt ontslagen en komt recht tegenover Von Bönninghausen te staan in een procedure om zijn baan terug te krijgen. Twaalf Joodse leerlingen worden van school gestuurd. Zij moeten voortaan lessen volgen op scholen die speciaal voor joden worden opgericht. Vier leerlingen worden twee jaar later in de zomer van 1943 vermoord in de vernietigingskampen van de nazi’s: de zeventienjarige Eugene en de negentienjarige Mina sterven in Sobibor. De dertienjarige Stefan en de negentienjarige Betsy worden vermoord in Auschwitz.
Één leerling wordt voorgoed van het Gymnasium gestuurd. Dat is Paul Polak. Hij heeft nooit geweten of dit kwam door zijn half-Joodse afkomst of omdat de protestbrief bij hem thuis werd opgesteld. Paul voegt zich bij het verzet in Amsterdam en reist later via een lange en barre tocht naar Gibraltar. Volgende bestemming: Engeland, waar hij Wilhelmina ontmoet. Met zijn training tot marconist behoort hij tot een hoogst uitzonderlijke groep binnen een al uitzonderlijke groep. Van de zeventienhonderd Engelandvaarders worden er honderd opgeleid tot geheim agent. Na zijn dropping boven Nederland houdt Paul zich tot het einde van de oorlog bezig met verzetswerk. Wanneer hij zich 0na de bevrijding met zijn familie herenigt, ontdekt hij dat zijn vader is omgekomen in Auschwitz, zijn moeder meerdere concentratiekampen heeft overleefd en zijn zussen waren ondergedoken. Hij pakt zijn weer leven op, voltooit meerdere studies en wordt een succesvol jurist.
Dit jaar staat het Gymnasium Hilversum stil bij deze voor Nederland unieke verzetsdaad van middelbare scholieren door de Paul Polak Prijs op te richten. Deze prijs wordt ingezet om projecten van huidige scholieren te ondersteunen in het thema: Verzetten tegen onrecht, en opkomen voor anderen. In deze projecten leeft de herinnering aan het scholierenprotest, en aan de omgekomen Joodse leerlingen, voort. Ze zijn nadrukkelijk bedoeld om de Hilversumse samenleving socialer te maken en om Hilversummers die het minder hebben, te helpen.
Ik sluit graag af met een quote van Etty Hillesum, die ons een wereldberoemd oorlogsdagboek achterliet. Zij woonde kortstondig in Hilversum toen haar vader als leraar Klassieke Talen lesgaf aan het Gymnasium:
Trouw, werkelijk trouw aan zichzelf en aan de waarden, die men hoogschat en de moed hebben zich ter wille van die trouw onbemind te maken bij anderen.
1 Nationaal-Socialistische Beweging in Nederland