In mei 2022 is het 77 jaar geleden dat de KZ-Neuengamme door het Britse leger werd ingenomen. Onder de in de Arolsen Archiven bewaarde “Effekten” bevinden zich – zoals vermeld in Barbara Brix artikel “De laatste eigendommen” – opvallend veel zaken uit de KZ Neuengamme; en daarvan weer ongewoon veel dingen van Spaanse gevangenen, de zogenaamde “Rotspanier”. Aan hen, noch aan hun verwanten konden tot nu toe de eigendommen worden teruggegeven.
Aan het voorbeeld van de laatste teruggave in januari 2022 kan men goed zien hoe Spanje zich in dit opzicht “afwijkend” gedraagt. De teruggave vond plaats in het Exil Museum van La Jonquera. De familieleden van Josep Vergés Font -die een paar weken voor het einde van de oorlog in een buitenkamp van de KZ was omgekomen – kregen een ring en een horloge overhandigd, die wederom aan het Museum in bruikleen werden gegeven. Het duurde meer dan 70 jaren voordat zijn familie kon ervaren hoe het met hem is afgelopen. Vergés was afkomstig uit de regio La Garrotxa, middenin Catalonië. Daar bevindt zich sinds jaren een groep mensen die het lot van “hun” gedeporteerden onderzoekt, op basis van vrijwilligheid – en onbezoldigd. In het hele land zijn het personen of groepen, die ter plaatse onderzoek doen naar het lot van hun verdwenen landgenoten. In La Garrotxa betreft het een hele groep, in een andere plaats één van de verenigingen, die de in massagraven gedumpte slachtoffers van de Burgeroorlog opgraven (ook doorgaans op vrijwillige basis en op eigen kosten); maar ook professionele historici, die in hun vrije tijd hele dorpen “afbellen”, op zoek naar familieleden.
Er zijn 47 jaar sinds de dood van Franco en het einde van de dictatuur in Spanje voorbijgegaan. Maar nog altijd is er geen sprake van erkenning van de slachtoffers – en van een schadeloosstelling voor de misdaden. Weinig gemeenten zijn op de hoogte van hun gedeporteerde medeburgers, hoewel natuurlijk ook in Spanje bevolkingsregisters bestaan. In het geval van Josep Vergés is er een neef, die het lot van zijn verdwenen oom niet kon loslaten. Maar toch kan het gebeuren dat een familie, op zoek naar een eigenaar of verwanten, voor de eerste keer te horen krijgt dat er met het verdwijnen van hun vader, broer of oom tijdens de oorlog, helemaal geen sprake zou zijn van vrijwilligheid.
De “Effekten” zijn een begin: met hen is vaak de naam van de eigenaar – vaak verkeerd geschreven – verbonden – en met enig geluk ook zijn geboortedatum en -plaats.
Met “Stolen Memory” sturen de Arolsen Archieven de voorwerpen per foto mee in een reizende tentoonstelling door de landen. Zo moeten de lotgevallen van de slachtoffers via hun eigendommen “tot de mensen ter plaatse spreken”. De tentoonstelling was in Spanje tot nu toe in drie plaatsen: in Barcelona, La Jonquera/ Catalonië en in Murcia.
Zonder het vrijwillige en onvermoeibare engagement van een deel der burgerbevolking zouden er nog veel meer doden in hun gewesten gedumpt liggen en zouden nog veel minder families het lot kennen van hun in de oorlog verdwenen verwanten. De politieke consensus ontbreekt en daarmee een continue arbeid vanuit instellingen.
Vertaling: Wim van der Sluis