Wat zou ik veel kunnen schrijven. Vertellen over gruwelijke kampgeschiedenissen en ook over die uit de tijd na de oorlog; gebeurtenissen die nu nog onbegrijpelijk belastend en pijnlijk zijn. Over het in het kamp afgenomen kruisspeldje, dat na vele jaren op wonderbaarlijke wijze weer bij de familie terecht kwam. Een symbool van geloof en hoop – een onuitwisbaar aandenken. Ik zou over het dagelijkse kampleed kunnen schrijven, over de honger, de bevrijding van de gevangenen door de Zweden [Opm. v.d. Red.: het Zweedse Rode Kruis] of over de wanhopige zoektocht naar schoonzus Sabrina. Honderden in de loop van de tijd vergeelde brieven in mijn bureaula getuigen ervan. Ik zou…
Mijn naam is Paulina en ik ben de kleindochter van een KZ-gevangene, een sterke, mooie en bescheiden vrouw, vol liefde en geloof in God, empathisch en vol goedheid. Ik denk dat ik jullie mijn grootmoeder Krystyna Razińska niet hoef voor te stellen. De meesten kennen haar glimlach en openhartigheid van de jaarlijkse reünie in mei. Daarover zou ik graag willen schrijven. Sta me toe dat ik daarmee begin vanaf eind jaren 90, toen we het genoegen hadden om Günther Kniefoth, zijn echtgenote Edeltraut en de hele familie te ontmoeten.
In het jaar 1945 verdeelde Günther als 13-jarige, moedige jongen samen met zijn moeder gekookte aardappels onder de in een goederentrein – met 100 personen per wagon – opeen gepropte gevangenen. [Opm. v.d. Red.: uit het buitenkamp van het KZ-Neuengamme Helmstedt-Beendorf].
De bestemming van de trein was onbekend; er was weinig ruimte in de wagons en nauwelijks lucht om te ademen. Er was honger, ellende en dood. Twee aardappels van Günther kwamen terecht in de hand van mijn grootmoeder. Soms kreeg iemand een beetje suiker of iets van deeg. Maar er was niet genoeg voor iedereen…
Het zien van de doden versterkte het gevoel van onmacht en ontzetting in een situatie die – zou men kunnen zeggen – geen uitzicht bood. Maar genoeg daarover; wat ertoe doet is het leven zelf. Dat wordt zichtbaar op de foto’s.
Na vele jaren een weerzien met Günther en Krystyna Razińska. Het idee voor de film “Trein naar Sülstorf” ontstaat. Gemeenschappelijke herinneringen, het delen van verdriet, maar ook van vrolijkheid, samen genuttigde maaltijden, gesprekken tot in de kleine uurtjes en nieuwe kennissen. Wolfgang Ehlers, Edeltraut Schure, Georg Erdelbrock, Dr. Detlef Garbe en vele anderen.
In Sülstorf konden oma en ik tot onze vreugde vakantiedagen doorbrengen bij de familie Kliefhoth. De stilte in de ochtend is me bijgebleven, de warme broodjes en het ronddollen van de hond met zijn vriend het geitenbokje. Zoiets zie je zelden.
Maar waarom zou ik juist zo graag over die vriendschappelijke bijeenkomsten willen vertellen? Omdat dit een zeldzaamheid onder mensen is. Mijn grootmoeder onderhield evenwel niet alleen vriendschappen of hield alleen maar van het bij elkaar zijn. Ze leefde er serieus naar toe, bereidde zich nauwgezet voor, schreef haar voordrachten op een typemachine, bestudeerde programma’s, voerde gesprekken en vond zielsverwanten. Ze hield ervan om grappen te maken, anekdotes te vertellen en haar lach werkte daarbij voor iedereen aanstekelijk. Hoewel het Duits niet haar sterkste kant was, liet ze niemand links liggen. Voor alle mensen had ze een goed woord over. Bij de ontmoetingen werd er veel gefotografeerd om de herinneringen te bewaren. De belangrijkste feiten werden opgeschreven om deze zo veel mogelijk te behouden.
Oma stierf in 2012; kort tevoren had ze echter nog mijn pasgeboren dochtertje leren kennen.
Een deel van mijn grootmoeder blijft en leeft in mij verder. Haar kracht en vastbeslotenheid, haar strijdvaardigheid en haar liefde. Deze waarden geef ik graag door aan het nageslacht.
Ikzelf heb geen concentratiekampervaringen moeten doorstaan en toch weet ik dat ieder van ons eigen pijnlijke ervaringen doormaakt. Het is belangrijk om vertrouwen te hebben, niet te twijfelen, niet op te geven, maar te vergeven en te geloven dat daar boven iemand is die zich om ons bekommert. Mijn grootmoeder twijfelde niet en overleefde.
Nooit klaagde ze over het verleden, dat zo’n grote invloed had op haar leven. Geen enkele keer hoorde ik klachten over of vijandigheid ten opzichte van haar beulen. Zij beschouwde zichzelf niet als slachtoffer en ze had noch verdriet in ’t hart, noch wraak in de zin. Daarom was ze zo mooi en buitengewoon.
Mijn oma is een heldin. Vaak mis ik haar heldendaden in mijn leven.
Vertaling: Wim van der Sluis
This story first appeared in the pageflow „objects carry memories” of the concentration camp memorial site Neuengamme. The project was set up in the context of the 76th anniversary of the end of the war and the liberation of the concentration camps. In the Pageflow you will find other personal stories of survivors and family members – told through personal objects that symbolize or are connected to memories.