Terug naar de toekomst – zo lijkt mijn leven voor mij als ik er tegenwoordig op terugblik (wat je op je 70ste wel een keer mag doen) en vooruitkijk. Maar opnieuw.
Niemand kan mij uitleggen waarom familieopstellingen mij in staat stellen om naar mijn eigen familiegeschiedenis te kijken en de dynamiek daarvan te kunnen ervaren. Maar zo werkt het wel. Ik ontkom niet aan deze dynamiek, ook al kan niemand me vertellen wat het voor mij betekent. Maar ik ervaar deze en het heeft betekenis voor mij.
Familieverhalen zijn een deel van weer een ander, groter proces. En het is een levend proces, dat dus ook onderhevig is aan zelforganisatie. Maar of je het ervaart, zowel ik als iedereen die erbij hoort, heeft te maken met eigen besef en openheid. Mijn leven begint niet met mijn verwekking en eindigt niet met mijn dood, maar begint veel eerder en gaat door in de toekomst.
Ik draag dus verantwoordelijkheid voor hoe ik verder ga met iets dat lang voor mij begon.
De flipperkast
Hoe was mijn leven vroeger? Ik zou zeggen dat ik heel erg op een flipperkast leek die zich inbeeldde de loop der dingen te kunnen beïnvloeden. Maar op de een of andere manier was dat niet het geval. Ik was bijna 40, voor de tweede keer getrouwd en met mijn vrouw op een cursus zelfkennis. Eigenlijk wilde zij alleen gaan, maar ik wilde per se met haar mee. Ik denk dat ik een goede jurist was, maar mijn financiële deskundigheid was bijna nul tot min 10. Met andere woorden, ik ging failliet. Er waren dus veel redenen om mezelf te verbeteren. Tijdens de studiedag was er een vrouw die me van harte aanraadde om een systemische familieopstelling te maken. Dus dat heb ik gedaan.
De eerste ontmoeting
Toen werden er voor het eerst vragen gesteld over mijn vader en wat hem belastte. De opstelling liet een dynamiek zien die ik niet had verwacht: ik droeg de schuld van mijn vader met mij mee. Al kon dat niet. Daar wilde ik dus meer over weten. Via het boek “Geschiedenis in ons” kwam ik uiteindelijk uit op het onderwerp “psychische toestand van oorlogskinderen en oorlogskleinkinderen”.
Dat maakte veel dingen duidelijk voor mij, maar alleen theoretisch. Toen ik een carotisstenose-operatie onderging, wilde ik weten of er een link lag met mijn biologische familie. Dus heb ik dit gevraagd. Het antwoord was een volmondig “ja”. Dus ben ik uiteindelijk echt op zoek gegaan naar feiten en me niet verder bezig blijven houden met psychologische vragen.
Feiten zoeken
Al vrij snel kwam ik erachter waar mijn vader in het Derde Rijk woonde en waar hij werkte, namelijk bij Paul Rostock, die als hooggeplaatste concentratiekamparts betrokken was bij medische experimenten op krijgsgevangenen en concentratiekampgevangenen. Hij heeft niets verteld, hij zei er nooit een woord over. Het was mijn moeder die me bijzondere berichten had nagelaten; bijvoorbeeld haar Arische pas, het bericht dat mijn vader als getuige was gehoord voor Kalk in de Neurenbergse Medische Processen (wat niet waar was, het was Rostock) en een lijst van zijn publicaties, die abrupt eindigden in 1945.
Door een toeval kwam ik verder. In een publicatie over gifgassen werd gesproken over de “Rijkscommissaris voor Medische Zaken en Gezondheidszorg Zettel”. Maar dat kon niet, want dat was Karl Brandt. Dus bestelde ik de geciteerde documenten en kwam erachter dat mijn vader dit inderdaad had geschreven – als een van de medewerkers van Karl Brandt.
Ik ben, zoals ik al zei, jurist; en ik ben altijd terughoudend geweest om iemand schuldig te verklaren alleen vanwege een of ander indirect bewijs. Zeker niet bij mijn vader. Dus bleef ik zoeken naar belastende feiten. Het interessante en onverwachte was dat hoe meer ik wist, hoe rustiger ik werd, paradoxaal genoeg. Vandaag zeg ik dat ik eindelijk in staat ben om bewust waar te nemen wat ik altijd al vermoedde of voelde, en waardoor ik altijd afstand heb gehouden van mijn familie.
Mijn erfgoed
Mijn vader was zeker niet ‘schuldig’ aan mijn chaotische leven, dat was ik. De enige fout was dat ik mezelf probeerde te ontwijken. Ik vermeed de confrontatie met de werkelijkheid. Een fatale fout. Wie en hoe mijn vader was, dat kun je niet veranderen. Als kind van mijn ouders heb ik geen recht op perfecte ouders. Niemand heeft dat.
Daarmee wordt bedoeld dat je je eigen leven moet leiden. En je kunt ook een moeilijk levensverhaal betekenisvol maken. En dat is precies wat ik deed toen ik eindelijk accepteerde (ik had het al lang begrepen) dat mijn vader direct betrokken was bij de onmenselijke plannen van het Derde Rijk. Nadat ik de feiten redelijk goed had onderzocht, kwam eerst het dieptepunt. Mijn vader is een dader. Onbegrijpelijk voor mij. Maar op een gegeven moment kwam de jurist in mij weer boven, die zich afvroeg wat hem ertoe gebracht had. Ik vroeg me af wat hij gedacht moet hebben om zich zo te gedragen. Je moet misschien ook weten dat ik al lang daarvoor intensief met Ch’an en met de filosofie van de kwantummechanica bezig was. Maar niet mystiek, maar heel serieus. Ik had zes semesters natuurkunde gestudeerd voordat ik rechten ging studeren, dus dat was me niet helemaal vreemd. En ik heb altijd al willen weten hoe ‘het denken’ werkt.
Onderzoek naar oorzaken
Ons denken “werkt” even niet, hooguit kun je de processtructuur beschrijven. Zo raakte ik steeds meer bezig met het onderwerp “complexiteit”. Dit hielp me, vooral met betrekking tot hoe je kijkt naar het nazi-tijdperk, om de tweedeling van “normaliteit of massamoord” los te laten. Maar wat ik me toen realiseerde, vond ik eerst helemaal niet leuk, het maakte me bang. Ik realiseerde me dat ik als zijn zoon, door genen, cultuur, levenssituatie en opvoeding met behulp van epigenetica, uiteindelijk in dezelfde structuren dacht als hij.
Ik had gewoon verdomd veel geluk dat ik in een andere tijd ben opgegroeid. Natuurlijk, als je je concentreert op de inhoud van mijn acties, was het heel anders. Als men zich echter concentreert op de structuur, dan pas wordt de onderliggende dynamiek duidelijk. Zoals ik al zei, ik had geluk. Ik ben nooit in de verleiding gekomen. Dit moet worden toegelicht, omdat deze term van de dader een slachtoffer lijkt te maken; hij is in de verleiding gebracht. Maar dat klopt niet, want je moet bereid zijn om je te laten verleiden! Of noem het corrumperend. Dat is hetzelfde. Het maakt het begrijpelijk, maar het is absoluut geen excuus.
Sta niet stil
Dit heeft me op zijn beurt naar een heel ander mentaal niveau gebracht. Het was de vraag waarom onze christelijk-westerse morele cultuur zo erg kon falen. Of is het helemaal niet mislukt, maar was er iets heel anders aan de hand? Want als ik in mijn denken op mijn vader leek (zoals ik al zei, de vorm, niet de inhoud), dan betekent dat ook dat ik net zo kon zijn als hij. Dat vervulde mij met afgrijzen. De oplossing vond ik in het omgaan met complexiteit.
Allereerst is het noodzakelijk om je bewust te zijn van hoe onze taal is gestructureerd. Het is een taal die dingen van elkaar scheidt. Maar is uiteindelijk niet alles één, zoals kwantumfysici herhaaldelijk benadrukken, op zichzelf gedifferentieerd, maar één?
Anders denken
Er is een verhaal dat dit heel goed illustreert. Een vader vroeg Hitler of zijn kind niet gedood kon of moest worden, omdat hij gehandicapt was. Hij overlegde met zijn begeleidende arts Karl Brandt en zij besloten dat Brandt moest onderzoeken of het leven van dit kind de moeite waard was om geleefd te worden. Brandt onderzocht echter niet of het kind kon leven. Brandt, de arts, plaatste zijn ideologie van de volksgezondheid boven zijn medische expertise. Dit opende de weg naar Aktie T4, (euthanasie en verplichte sterilisatie). Een zeer banale naturalistische denkfout.
Ik vind het absoluut beangstigend wat fout denken kan veroorzaken. Ook de bewering dat de Joden verantwoordelijk waren voor de economische situatie van de Duitsers is onjuist, het komt niet overeen met de werkelijkheid, maar met waardering.
Normale mensen?
Hannah Arendt heeft veel verzet opgeroepen met haar uitspraak over de “banaliteit van het kwaad”. Maar volgens mij had ze helemaal gelijk met dit inzicht, ze wilde het kwaad niet bagatelliseren, maar duidelijk maken dat de verantwoordelijkheid voor eigen daden werd doorgeschoven naar anderen. Mijn vader was zeker geen bloeddorstig monster, zoals je nazi’s graag voorstelt. Hij was opgeleid, beschaafd en later universeel gerespecteerd in zijn beroep. Gewoon schijnbaar heel normaal. Maar was hij dat ook?
Daar zijn tegenwoordig veel psychologische inzichten in en er wordt veel onderzoek gedaan. Eén ding is me altijd bijgebleven, en dat is de film “The Wave”. Het laat duidelijk zien hoe autocratische en fascistische sociale structuren ontstaan. Zowel toen als nu wil ik benadrukken.
Verantwoordelijkheid
Het gaat dus duidelijk om verantwoordelijkheid. Moraliteit in de ware zin van het woord is alleen mogelijk als ik een einde maak aan het rampzalige wegschuiven van morele verantwoordelijkheid en persoonlijk opkom voor mijn eigen daden. Hier is een citaat uit een rapport van de Duitse Radio, de Deutschlandfunk:
“Met andere woorden, hoezeer ik me ook op anderen kan oriënteren om zoveel mogelijk standpunten in een waardeoordeel op te nemen, anderen kunnen dit oordeel niet voor mij vellen zonder tegelijkertijd de morele waarde ervan te verminderen. Noch geestelijke noch seculiere autoriteiten, geen paus en geen kanselier, geen enkele congregatie van geloofsleer of ethische commissie zijn moreel in staat om in mijn plaats te treden. Ik alleen ben verantwoordelijk voor mijn eigen doen en laten, niemand anders kan mij deze verantwoordelijkheid ontnemen.
Dat dit in het bijzonder benadrukt moet worden, is niet in de laatste plaats te wijten aan het feit dat de banaliteit van het kwaad vandaag de dag nog steeds alom vertegenwoordigd is. Het gedijt net zo goed in het zieke burn-outkapitalisme van zelfuitbuiting en uitbuiting van anderen als in min of meer geslaagde democratieën die een gebrek aan alternatieven zaaien en norsheid oogsten in de politiek.
Waar het allemaal om draait
Daar gaat het om. Een herdenkingscultuur betekent niet dat ik me verantwoordelijk voel voor wat mijn vader heeft gedaan, maar dat ik weet wel dat ik verantwoordelijk ben voor wat ik doe. En dat is precies wat ik wil uitdrukken met de (helaas geleende) titel.
Terug naar de toekomst.
Ik ben verbonden met de mensen met wie ik samenleef, met mijn familie en met de maatschappij waarin ik leef. Het is mijn levenswerk om vanuit mijn familiegeschiedenis dat te doen waarvan ik overtuigd ben dat het zich constructief kan ontwikkelen in de toekomst.
Ik begrijp nu dat mijn familiegeschiedenis voor mij een poging is om er de juiste en coherente conclusies uit te trekken. Dat betekent dat ik niet moet verstijven van afschuw, maar me moet opmaken voor de toekomst, dus richting een oplossing.
“Je draagt geen schuld voor wat er is gebeurd, maar je bent schuldig als het je niet kan schelen.”
Esther Bejarano
Een oplossing betekent voor mij anders te denken dan we vroeger dachten. We ervaren dit momenteel, ook al merken velen het nog niet. Dit is ook een kans voor de herdenkingscultuur. Als we vergeten wat er is gebeurd, lopen we het risico te herhalen wat er is gebeurd. Maar daar moeten we het niet bij laten, maar we moeten kijken naar wat jongeren kan enthousiasmeren. Een bezoek aan een concentratiekamp hoeft dat niet alleen te zijn; maar het is de as van waaruit we onszelf als samenleving kunnen herdefiniëren met nieuw denken. En dat kan je inspireren om de kracht van het denken opnieuw tot ontwikkeling brengen. Ik ben ervan overtuigd dat we hier op een evolutionaire drempel staan. Om daar bij te zijn, dat zou mij als jongere absoluut hebben geïnspireerd!
Dit is wat ik nu versta onder een bevredigend leven, want “tevreden” zijn in het leven betekent dat je je mogelijkheden hebt verwezenlijkt.
Vertaald door Karel van der Meer