Dachau, een mooie zomerdag in augustus 2021, 25 graden, de zon schijnt. Eigenlijk een mooie dag. Op weg naar de Gedenkstätte waren we ons er weliswaar van bewust waar we naar toe gingen. Maar de gevoelens en de gedachten die later door ons hoofd zouden gaan, kon men toch niet van tevoren voorzien. Op de parkeerplaats heerste eigenlijk een heel ontspannen stemming. Bij de ingang wordt gecontroleerd of men aan alle coronamaatregelen had voldaan. Het voelt alsof wij een gewoon feestelijk evenement gaan bezoeken.
Maar toen zagen we het. Het hek “Arbeid maakt je vrij”. Ingelijste metalen letters bij het hek bij de ingang. Even schoot het door ons hoofd hoeveel mensen hier door dit hek naar binnen werden gedwongen. Toen realiseerden wij ons, dat wij op de plek staan waar door vervolging en molestatie door de nationaalsocialisten tienduizenden mensen hun leven hebben verloren. En dat alles bij stralende zonneschijn.
De weg langs de voormalige barakken leidt naar het crematoriumgebied. Op een gegeven moment stonden wij voor het gebouw waar zoveel gevangenen verbrand werden tot in februari 1945 gewoon de kolen op waren. Terwijl wij naar het gebouw keken, werden we ons er steeds meer van bewust hoe de dood van deze mensen als een sluier over de Gedenkstätte hangt.
Juist daarom lijkt het absurd dat andere bezoekers zich voor dit crematorium laten fotograferen of voor het gebouw hun picknick uitpakken. Op een gegeven moment hadden wij een soort remming voor het betreden van het gebouw overwonnen. In het gebouw hadden we het gevoel dat de zielen van de doden deze plaats nooit hadden kunnen verlaten. Er heerste een heel bedrukte stemming. Toen we de oude gaskamers binnengingen en de foto’s zagen, die de Amerikanen bij de bevrijding hadden genomen, hadden we geen woorden hiervoor. Tot de laatste ruimte waren pijn en leed eenvoudig niet te begrijpen. Absurd en onbegrijpelijk is ook het feit, dat dit ‘slechts’ het tweede crematorium was, dat eind 1942 gebouwd moest worden, toen de eerste zijn capaciteitsgrens bereikte. En weer gingen we naar buiten onder de stralend blauwe hemel… Er waren veel manieren om in Dachau te sterven.
Daar werden we ons bij de tentoonstelling ook steeds meer van bewust. Het is nauwelijks voor te stellen dat er gevangenen waren die dit oord levend verlaten konden.
En toch lukte dit mijn opa Hermann Kühl.
Tijdens ons bezoek bleef er steeds een vraag in ons opkomen. Hoe konden mensen hun medemensen zoiets aandoen en dit toelaten? Deze vraag kan niet beantwoord worden. En daarom is het zo belangrijk dat de herinnering aan dit schrikbewind altijd moet blijven bestaan.
Een bericht van Halina Kühl, kleindochter van Hermann Kühl.
Vertaald door Karel van der Meer