In haar eerste artikel “Mijn familie maakte gedurende de Tweede Wereldoorlog als slavenarbeiders bommen voor Nazi Duitsland”, deelde Roslyn Eldar, de dochter van een voormalige gevangene van het KZ-Neuengamme, haar ervaringen betreffende haar bezoek aan Hamburg in Duitsland ter gelegenheid van de 73e gedenkdag van het einde van de oorlog en de bevrijding van de kampen. Hier laat zij haar gedachten gaan over de herdenkingsdienst van de slachtoffers van het RAF-bombardement op drie schepen die op 3 mei 1945 gevangenen van de concentratiekampen vervoerden.
Herdenking van de slachtoffers van de scheepsramp in de Lübecker Bocht
Donderdag 3 mei 2018 was een belangrijke dag, daar we twee internationale herdenkingsdiensten bezochten. De eerste vond ’s ochtends plaats bij het monument van de Cap Arcona in Neustadt/Holstein in de Lübecker bocht.
We werden in een grote bus, geregeld door het Neuengamme Memorial, daar naartoe gebracht. We waren met een groep van 55, inclusief 14 oudere overlevenden en enkele van hun familieleden vanuit de hele wereld. We werden vergezeld door de begeleiders, één voor elke overlevende, die geregeld waren door het Neuengamme Concentration Camp Memorial en andere jonge vrijwilligers en “activisten” die bezorgd waren over de opkomst van extreemrechts. Tijdens de bijna twee uur durende busreis deelden zij boterhammen en flesjes water uit. Er stonden rollators en rolstoelen klaar voor de overlevenden als ze die nodig hadden. Buiten stond een tafel met nog meer water.
Een tragedie die de wereld nauwelijks kent
De dienst was bedoeld om de slachtoffers te herdenken van het RAF-bombardement op drie schepen: de Cap Arcona, de Deutschland en de Thielbek, die vol zaten met gevangenen van de concentratiekampen en waarvan de RAF-piloten niet op de hoogte waren. Van de meer dan 9000 gevangenen aan boord van de drie schepen stierven er bijna 7000. Zij werden levend verbrand tijdens het bombardement of doodgeschoten terwijl zij zich probeerden te redden. Zoveel mensen verbrand.
De gevangenen kwamen vooral uit het KZ-Neuengamme en sommigen uit de buitenkampen. Het bombardement vond plaats een paar uur voordat Hamburg zich zonder tegenstand overgaf aan de Britse troepen. De SS was op 19 april 1945 begonnen met het “evacueren” van het Neuengamme hoofdkamp en vervoerde sommige gevangenen naar de gevangenisschepen hopend hiermee al het bewijs van hun wreedheden te verwijderen voordat zij zich overgaven. Gevangenen werden in smerige omstandigheden benedendeks verborgen en kregen voor het bombardement dagenlang geen voedsel of medicijnen.
De commandanten van de RAF die bevel gaven tot de aanval geloofden dat de schepen leidinggevend SS-personeel aan boord hadden die wilden vluchten naar het door Duitsland gecontroleerde Noorwegen. De aanval was bedoeld om de Duitse troepen te verhinderen zich terug te trekken over de Baltische zee.
Wekenlang spoelden na de aanval lichamen aan land die werden opgehaald en begraven in massagraven. De Britten noemden de streek het bloedstrand van de nazi’s. In feite herinnerden de overlevenden Mindu Hornick en Barbara Lorber zich dat na hun bevrijding, toen zij in het naburige Haffkurg in een vluchtelingenkamp zaten, zij elke dag de opgeblazen lichamen van dode gevangenen in hun gestreepte uniform zagen aanspoelen op de stranden van Haffkurg.
Dit was één van het grootste eenzijdige maritieme verlies van mensenlevens in de Tweede Wereldoorlog dat vrijwel onbekend is gebleven. Onderzoek dat plaatsvond na de oorlog toonde aan, dat het personeel van de Britse RAF geen nieuwe informatie over de schepen die gevangenen vervoerden had doorgegeven aan de piloten van de gevechtsvliegtuigen. Het was een tragedie veroorzaakt door menselijk falen en miscommunicatie. Uiteindelijk was de dood van de gevangenen zo vlakbij het einde van de oorlog een tragisch gevolg van oorlog. De Britten gaven hun dossiers hierover vrij in 1972.
Eer bewijzen
De herdenkingssteen is geplaatst op een open plek langs de Lübecker Bocht. 621 gevangenen zijn begraven bij dit monument dat de landen aangeeft waar de gevangenen vandaan komen. 3 mei was een zonnige dag, lentetijd, geen wolk aan de blauwe lucht. Geen wind. Het water van de Lübecker Bocht glinsterde. Vogels waren aan het tjilpen. Niets op die dag wees op de tragedie die hier 73 jaar geleden heeft plaats gevonden. De bijeenkomst was open voor publiek. Er waren ongeveer 250 andere gasten, vooral Duitsers die eer kwamen bewijzen.
Wij zaten buiten tegenover de herdenkingssteen. Wij hadden plaatsen op de eerste rij, omdat wij overlevenden waren of familie van overlevenden van de buitenkampen van Neuengamme. Gelukkig was niemand van onze familie betrokken bij deze specifieke tragedie, maar alleen omdat de schepen vol waren toen de evacuatietrein van Muna Lübberstedt, het buitenkamp waar mijn moeder en haar familieleden gevangen hadden gezeten, aankwam om de vrouwelijke gevangenen aan boord te brengen. Een andere hel wachtte onze familie.
Overdenken en herdenken
De dienst begon met een plechtige en indrukwekkende kranslegging. Ongeveer 15 kransen werden gelegd vanuit verschillende organisaties. Vertegenwoordigers van elke organisatie die een krans neerlegden, liepen naar de herdenkingssteen, één tegelijk en plaatsten de krans voor de steen en keken dan ongeveer 30 seconden naar de herdenkingssteen voordat ze wegliepen. Dit ging zo 15 minuten door. Niemand sprak. Wij stonden stil bij de overledenen en hun lijden, slechts 4 dagen voordat de wereldleiders samenkwamen om de onvoorwaardelijke overgave van Duitsland vast te leggen. De nazi’s voerden hun laatste acties uit, niet vanwege berouw of om gevangenen te redden, maar om massaal de kampen te ontruimen om hun misdaden te verbergen en hen te doden die al zoveel hadden overleefd.
De plechtigheid wordt georganiseerd door verschillende groepen die samenwerken zoals bijvoorbeeld de Amicale International KZ Neuengamme (een internationale organisatie van nationale organisaties van overlevenden van KZ-Neuengamme alsmede de familie en vrienden van voormalige gevangenen van KZ-Neuengamme), Neuengamme Concentration Camp Memorial, de Arbeitsgemeinschaft Neuengamme – de organisatie van Duitse overlevenden van KZ-Neuengamme en hun families en vrienden – en de stad Neustadt in Holstein. Het Holstein “Parish Wind ensemble” zorgde voor rustige achtergrondmuziek.
Hopend op een vreedzamere wereld.
Er waren toespraken door vertegenwoordigers van de verschillende organisaties en overlevenden. Wij kregen getypte Engelse vertalingen. Jewgenij Malychin, een overlevende van het bombardement constateerde dat er nog steeds geen vrede in de wereld is. Er zijn gewapende conflicten.
Helaas stierf een andere overlevende van het bombardement, Wim Aloserij, die ook een toespraak zou houden tijdens de plechtigheid, de avond voor de gebeurtenis op 94-jarige leeftijd in zijn hotel in Hamburg. Zijn memoires, “de Laatste Getuige” werd op 4 april 2018 in Amsterdam gepresenteerd.
Scholieren lazen uittreksels van getuigenissen voor van voormalige gevangenen. Een rabbijn van de Joodse gemeenschap in Lübeck sloot af met de Kaddesj in het Hebreeuws.
Na de ceremonie werden we benaderd door twee jonge Duitse vrouwen van begin 20. Zij wilden ons begroeten. Zij vertelden ons dat ze geschiedenis, godsdienst en antisemitisme studeerden aan de universiteit en wilden gaan werken in het herdenkingsveld. Opnieuw was ik onder de indruk en verrast door de jonge Duitsers en hun reacties op de geschiedenis van hun land, hun wens om deze te begrijpen en te voorkomen dat dit op opnieuw zou gebeuren.
Een reis naar het platteland
Mindu’s kleindochter Bibi moest nu terug naar Engeland. De andere gasten van het Neuenkamp Memorial gingen ook terug naar de bus, die hen terug zou brengen naar Hamburg, maar Alyn Bessmann, werkzaam bij het archief van Neuengamme had een speciale reis georganiseerd voor onze familiegroep. Ik had Alyn verteld dat ik graag Haffkrug wilde zien, het vluchtelingenkamp op het strand van de Baltische zee waar mijn familie na de oorlog nog een maand had verbleven voordat ze terugkeerden naar Praag. Alyn had vrijwilliger chauffeurs geregeld met hun eigen auto’s, samen met vrijwillige plaatselijke historici om onze twee familiegroepen (Mindu, Nicola, Alex, samen met Barbara en haar twee kleinzonen en mijzelf en de begeleiders) op reis mee te nemen.
Ongeveer een uur reden we door het prachtige Duitse platteland. Toen stopten we bij Timmendorf om daar het Diekmeer te bekijken, een meer waar de nazi’s aan het eind van de oorlog munitie hadden gedumpt. Hier bespraken Barbara en Mindu de evacuatie van Muna Lübberstedt tijdens de laatste fase van de oorlog. Wij ontmoetten ook een plaatselijke bewoner, Kaethe Birkenfeldt, die sinds haar jeugd in het gebied heeft gewoond. Zij was twaalf jaar toen de evacuatietrein vanuit Muna Lübberstedt stopte bij het meer. Zij zag hoe de nazi’s de munitie vanaf de trein dumpten in het meer om die te verstoppen voor de naderende geallieerden. Kaethe herinnert zich grote metalen dozen die de nazi’s van de trein naar het Diekmeer sleepten, om vervolgens van de brug naar beneden te gooien. De volgende zomer speelden de kinderen op de dozen en realiseerden zich niet dat deze dozen munitie bevatten. Na verloop van tijd zonken de dozen. Kaethe herinnert zich ook dat de trein op de rails stond in Timmdorf en dat de wat de oudere jongens uit het dorp erop klommen. Ze zeiden dat zij vrouwen hadden gezien in gevangeniskleding – de Hongaarse joden uit Lübberstedt opgesloten in de veewagons. Als twaalfjarige, was Kaethe naar de trein gelopen en had gevangenen gevraagd of zij iets wilden hebben.
Op dit punt kwam Barbara tussenbeide “ik wed dat ze om voedsel vroegen”. Natuurlijk had Barbara gelijk. Terwijl wij hier over praatten, kwam er net een trein langs.
We zouden doorrijden naar Plön waar de Britten daadwerkelijk mijn familie hebben bevrijd, maar we hadden te weinig tijd en besloten naar Haffkurg te gaan en Plön over te slaan. Barbara, 91 jaar, werd te moe, dus besloot ze terug te keren naar Hamburg met haar kleinzonen en hun chauffeur.
Ik zat in een andere auto met Mindu, haar dochter Nicola en een chauffeur. Mindu’s kleinzoon Alex zat in een derde auto met de historici en de begeleiders. Het leek als we uren reden richting Haffkurg, maar vanwege wegversperringen en navigatieproblemen hebben we Haffkurg nooit bereikt. We zagen verkeersborden die aangaven dat we dichtbij waren en raakten we er erg opgewonden van, maar helaas draaide de chauffeur om, daar we de dienst van het Neuengamme Memorial moesten bijwonen die om 5 uur zou beginnen.
Om ongeveer half acht ’s ochtends waren we uit Hamburg vertrokken voor de dienst van de Cap Arcona en het was nu vroeg in de middag. Het was een lange dag. Mindu en ik sliepen op de terugweg op de achterbank, uitgeput en teleurgesteld maar erg dankbaar voor alle inspanningen van iedereen.
Vertaald door Karel van der Meer