Zoals bekend werd de KZ-Neuengamme op 3 mei 1945 door de Britse Bezettingsmacht ingenomen. Ik had gehoord dat het kamp toen helemaal leeg was en steeds weer dat het “bezemschoon” was achtergelaten door de gevluchte nationaalsocialistische politie!
Daarom geloofde ik m’n ogen niet toen ik in het tijdschrift Magazin van de Süddeutsche Zeitung van 09-02-2022 talrijke zogenaamde “Effekten” zag afgebeeld, allerlei nagelaten eigendommen van voormalige gevangenen, waaronder: foto’s, zakhorloges, kettingen, medailles, ringen, broches en knopen, maar ook zakkalenders, portemonnées, ja zelfs liefdesbrieven die de geliefde nooit hebben bereikt.
“Effekten” is een oud woord voor “reisbagage”. Hier worden bedoeld: eigendommen in verdriet gedrenkt! Een laatste band die nog het contact met dierbaren en het vroegere leven in stand hield, een stukje individualiteit, waarvan het verlies de eigenaar definitief in de anonimiteit en eenzaamheid stortte. Alleen al uit de KZ-Neuengamme betrof het ongeveer 7.800 enveloppen met een of meer soms naamloze stukjes herinnering, die uiteindelijk belandden in het archief van het Rode Kruis in Arolsen.
Nieuwsgierig geworden, deed ik navraag bij Reiner Möller, archivaris op de Gedenkstätte en – toeval? Of een gelukkige voltreffer? – overhandigde hij me nagenoeg zonder een woord een artikel dat hij met betrekking tot dit voorval had geschreven en mij genereus ter beschikking stelde.*
Onlangs geopende archieven maakte een inkijkje mogelijk in twee dossiers van de Britse bezettingsmacht van 1945: Op een kegelbaan van de Gemeente Lunden/Dithmarschen hadden Engelse soldaten een depot met kostbare voorwerpen gevonden, dat de commandanten van de KZ-Neuengamme daar hadden laten inrichten. Het betreft duizenden pakjes met “Effekten”, die zij de voormalige gevangenen bij hun opsluiting hadden afgepakt en niet teruggegeven. Hun waarde werd toen op 100.000 Pond Sterling geschat (nu ongeveer 2,9 miljoen Euro). Verder bevonden zich daar textielwarenuit de Neuengammer kledingafdeling, die toereikend zouden zijn geweest voor 10.000 personen.
Maar alsof dit niet genoeg was: De staf van het KZ commando had blijkbaar omvangrijke voorzorgsmaatregelen genomen voor de periode na de oorlog en meer waardevol materiaal per vrachtwagen naar het restaurant Jacobsen in Westerdeichstrich / Dithmarschen vervoerd. De baas was in de rang van SS-Unterscharführer ook leider geweest van de Neuengammer gevangeniskantine.
Uit de daar aanwezige voorraden, plus die in het huis van de commandant, maar ook nog uit de voor Scandinavische gevangenen bestemde levensmiddelenpakketten, had hij – op bevel van de commandant Pauly – sigaretten, chocola, sterke drank, wijn, vruchtensap, thee en koffie, in onvoorstelbare hoeveelheden ontvreemd (bijvoorbeeld 20.000 pakjes sigaretten, 20 stuks per pakje).
Toen echter een voormalige gevangene de Engelsen op 17 of 18 mei 1945 naar Westerdeichstrich reed (en naar Wesselburen, de dichtbijgelegen woonplaats van de commandant Max Pauly), was er geen voorraad meer. Deze was “spoorloos” verdwenen, in de tijd dat het Neuengammer SS-bewakingspersoneel, met behulp van gebruikte uniformen, vermomd als eenvoudige Wehrmacht soldaten, zich onopvallend in de Dithmarscher streekdorpen had weten te verstoppen.
Een curiositeit onder de onmenselijke omstandigheden van de ontruiming van het kamp, eind april 1945, was de evacuatie van de “konijnenstal” van het Kampcommando: 2.600 Angorakonijntjes en ongeveer 100 gevangenen werden als dierenverzorgers (onder wie 18 Jehovagetuigen) per spoor en paard en wagen overgebracht naar een restaurantje in Dammfleth / Kreis Steinborg, dat eigendom was van de chef van het kamp, Hugo Schnepel. Toen hij door de Britten gepakt en gevangengenomen werd, zetten de voormalige gevangenen zich verder vrijwillig in voor de zorg van de konijntjes en zelfs het restaurant.
Maar nu terug naar de meer waardevolle en belangrijke ”Effekten”. De Engelse Bezettingsmacht besteedde veel tijd en aandacht aan de registratie en categorisering van “de laatste dingen” en mogelijke aanwijzingen voor hun voormalige eigenaren. Aan de organisatie werkten Franse, Belgische en Nederlandse verbindingsofficieren mee, die vanuit het Hoofdkwartier in het Curio-Haus (rechtbank waar processen tegen Nazimisdadigers werden gevoerd), naar Husum waren uitgezonden. Zo kon het identificeerbare, naar nationaliteit gesorteerde eigendom, aan het Rode Kruis van de afzonderlijke landen worden overgedragen, ten behoeve van de desbetreffende families.
Op deze manier kwamen ook de bewaard gebleven bezittingen van de Duitse gevangenen in Arolsen terecht, het vroegere Rode Kruis Archief, nu Arolsen Archiven. Het verzamelt wereldwijd grote hoeveelheden aan documenten en voorwerpen van de slachtoffers en overlevenden van het nationalistische systeem en mogelijke gegevens betreffende ongeveer 17,5 miljoen mensen.
Na een tijdelijk stop wordt er nu sinds kort met behulp van een “Teruggaafcampagne” (Stolen Memory) getracht de families van niet identificeerbare voormalige gevangenen op te sporen, om hen deze eigendommen te overhandigen. Zo zette men bijvoorbeeld in de zomer van 2021 een soort “gevleugelde container” neer op de voormalige appèlplaats van de KZ-Neuengamme, klapte diverse zijwanden naar boven open en liet in een kleine reizende tentoonstelling “Effekten” zien, die hun plaats van bestemming hadden bereikt – en andere, die altijd nog thuisloos zijn; want altijd liggen er nog ongeveer 2.500 pakjes met naamloze vondsten in Arolsen. En eindelijk begrijp ik: het feit dat de KZ-Neuengamme “bezemschoon” werd achtergelaten, was juist de voorwaarde voor de redding, het omvangrijke behoud, de zorgvuldige, respectvolle archivering en de gedeeltelijke teruggave van eigendommen. Want in verreweg de meeste concentratiekampen gingen deze zaken door plundering, diefstal, onachtzaamheid of desinteresse verloren.
*Reiner Möller en Sebastian Schönemann, Der Bestand der Effekten ehemaliger Häftlinge der KZ Neuengamme, in: S. Schöneman u.a. Freilegungen: auf den Spuren der Todesmärsche Göttingen, 2012
Vertaling: Wim van der Sluis