Barbara Brix houdt zich al jaren bezig met de herdenkingscultuur. In het jaar 2006 begon ze zich, gedetailleerder dan daarvóór, bezig te houden met de geschiedenis van haar vader gedurende de tijd van het nationaalsocialisme. Hij maakte als arts deel uit van de zoge-naamde “Einsatzgruppen” (commandogroepen), die voor het vermoorden van talloze mensen in Oost en Zuidoost-Europa verant-woordelijk zijn. Samen met twee nabestaanden van door nationaalsocialisten vervolgden en één familielid van een nazimisdadiger, houdt zij in Duitsland en Frankrijk op scholen en in culturele instellingen voordrachten, als “Mémoire à 4 voix” (“Vierstemmige getui-genis”). In het hiernavolgende artikel doet zij verslag van het omstreden “Historisch Besef” in Spanje en de bijeenkomsten van het “Mémoire à 4 voix”, op 3 en 4 maart 2020 in Barcelona.
Herdenking in het spanningsveld tussen geschiedenis en politiek
Ieder land heeft z’n eigen herdenkingscultuur – dat is me pas langzaam duidelijk geworden, nadat ik met mijn ervaring van 30 jaar geschiedenisonderwijs in Hamburg en met mijn waarnemingen en ontmoetingen rond de KZ-Gedenkstätte Neuengamme, in september 2007 in de Frans–Spaanse grensstreek terecht kwam.
Een jaar als vrijwilligster bij de “Aktion-Sühnezeichen”, de “Actie Teken van Verzoening”, in het voormalige interneringskamp Rivesaltes bij Perpignan, heeft me bewust gemaakt van de verschillen tussen Duitsland en Frankrijk. Dat ook in Spanje en Catalonië verschillend wordt gedacht, werd me echter langzaam maar zeker duidelijker, nadat ik een practicum van 4 weken in het Exilmuseum aan de grens en in het “Memorial Democrátic” – het Catalaanse herdenkingsinstituut in Barcelona – had voltooid; en na een reis naar de gedenkplaatsen van de “Batalla del Ebro”, die legendarische veldslag, waar in 1938 ondanks de bijna bovenmenselijke inzet van het Republikeinse Leger en de internationale brigades, de overwinning door de “Franco coupplegers” werd bezegeld.
Nog meer tijd had ik echter nodig om te begrijpen dat zowel de persoonlijke als ook de publieke herdenking niet alleen door de actuele specifieke geschiedenis van het land wordt beïnvloed, maar ook door de bereidheid zich tegenover haar open, ja zelfkritisch op te stellen; of anderzijds dat men de neiging heeft die geschiedenis voor politieke doeleinden te gebruiken of te herzien.
Onlangs werden we opgeschrikt door het bericht uit Madrid, dat het nog niet lang functionerende rechtse stadsbestuur met ondersteuning van de rechtsextremistische partij VOX bezig zou zijn met het ontmantelen van een gedenkteken op de oostelijke begraafplaats, dat gewijd is aan de in 2937 in geëxecuteerde slachtoffers; en ook met het slopen van naamplaten. Dit gedenkteken was door het voormalige linkse stadsbestuur opgericht, dat er ook voor had gezorgd dat ondanks het felle verzet van de conservatieve oppositie, talrijke nog Franquistische namen dragende straten van een nieuwe naam werden voorzien.
De omgang met het op de Burgeroorlog en de Franco-dictatuur afgestemd “Historisch Besef” is dus onverminderd een heet hangijzer in Spanje; en dat leidt bij alle pogingen tot vorming van een regering – ook in de provincies en al naar gelang de politieke kleur – altijd weer tot nieuwe regelgeving resp. correcties.
Obstakels voor de “Mémoire à 4 voix”, in Spanje?
Dit punt van mogelijke tegenwerking bracht Jordi Font, directeur van het Catalaanse Exilmuseum, direct naar voren toen ik hem over ons Duits-Franse kwartet “Mémoire à 4 voix” vertelde. Het bestaat uit Yvonne Cossu en Jean-Michel Gaussot, beiden uit Frankrijk, van wie de vaders als leden van de Resistance naar het KZ -Neuengamme werden gedeporteerd en kort voor het einde van de oorlog in de vernietigingskampen Sandbostel, resp. Wöbelin omkwamen; en uit de Duitsers Ulrich Gantz en mij, Barbara Brix . Onze vaders hebben beide hoge posten bekleed in de zogenaamde commandogroepen, in die moordcommando’s, die vanaf 1941 na de verrassingsaanval van de Wehrmacht op de Sovjetunie, tienduizenden communisten, Joden en psychisch zieke mensen om het leven hebben gebracht.
Wij vieren hebben elkaar op de KZ-Gedenkstätte Neuengamme ontmoet en zijn dikke vrienden geworden. Vanaf 2017 treden we samen op voor schoolklassen in Franstalige gebieden en vertellen over onze uiteenlopende familiegeschiedenissen en over onze vriendschap.
Hij zou ons een optreden in Spanje en zelfs in Catalonië dringend afraden, zei Jordi Font. Ons project dat gericht is op de overwinning van de nationalistische erfvijandschap van de generatie van onze vaders en een signaal van verzoening en verdraagzaamheid afgeeft, zou niet alleen volledig onbegrepen blijven, maar ook direct politiek worden misbruikt. De actuele algemene politieke atmosfeer zou – nauwelijks veranderd – de constellatie van de Spaanse Burgeroorlog (1936 – 1939) weerspiegelen en – bij gebrek aan maatschappelijke verwerking – nagenoeg onverzoenlijk en compromisloos zijn.
Strijd om de “Memoria Histórica”, het “Historisch Besef”
De woorden van Jordi Font gaven me veel te denken en inderdaad kan men in Spanje veel voorbeelden aantreffen die zijn opvatting schijnen te bevestigen. Men hoeft alleen maar herinnerd te worden aan de verbitterde strijd om de verplaatsing van het graf van Franco uit de Valle de los Caldos, het nationale heiligdom van de Franquisten.
Op dit moment vindt er in de stad Tortosa aan de Ebro een verwoede strijd plaats rond een gedenkteken, dat in 1966 in de riviermonding ter ere van Franco en de “glorierijke strijders in de slag aan de Ebro” (aldus het opschrift, zie de foto) werd opgericht en door Franco ingewijd. Het stadsbestuur ziet geen reden om het gedenkteken te slopen nadat daar enige jaren geleden de meest opvallende symbolen van het Francoregime werden verwijderd. Ook het plaatsen van een informatiebord met een toelichting op de historische context acht men overbodig.
Na het succes van de “Audiencias Memoriales” – de “Herdenkings-hoorzittingen” in Catalonië nodigt Jordi Palou de “Mémoire á 4 voix” uit om naar Barcelona te komen
Zo was het een première en tegelijkertijd een moedige daad, toen Jordi Palou, directeur van de Stichting “NGO – Een Vredesbrief aan de UNO”, de “Mémoire á 4 voix” een jaar geleden naar Barcelona uitnodigde. Zijn organisatie zet zich samen met de Stichting Pére Tarres in voor vrede en rechtvaardigheid, d.m.v. veel projecten.
Bij één van deze projecten, de zogenaamde “Herdenkingshoorzittingen”, nodigt men de nabestaanden van slachtoffers en daders van de partijen van de Burgeroorlog uit om op een en hetzelfde podium plaats te nemen. Ze hebben soms decennialang in hun dorp zwijgend naast elkaar geleefd. Nu wordt hen gevraagd, om in het openbaar, voor hun buren en notabelen van de gemeente, over hun familiegeschiedenis en hun kijk op de gebeurtenissen van toen te vertellen en om naar die van de tegenpartij te luisteren.
Alleen hierom gaat het: vertellen wat in deze vorm nog nooit in het openbaar werd verteld – en om met respect naar anderen te luisteren. Weinig spectaculair, zou men kunnen denken. Toch kan, aldus Jordi Palou, van deze gang van zaken een verhelderend, aanvullend en genezend effect uitgaan en verrassende processen van begrip en ontmoeting worden geïnitieerd, daar waar voordien angst, afwijzing en zwijgen overheersten.
In enkele Catalaanse dorpen zijn deze “Audiencias Memoriales” de laatste jaren succesvol geweest. Op dit moment zijn ze opgeschort, omdat de regering haar financiële steun heeft stopgezet.
Jordi Palou heeft zich daardoor niet laten ontmoedigen en de uitnodiging aan ons, de “Mémoire á 4 voix”, opgenomen in de bijeenkomstenreeks “Herdenking, Veerkracht en Overwinning van Ressentiment door oorlog en dictatuur”.
Op 3 maart 2020 zaten wij in Barcelona tegenover 140 leerlingen van de bovenbouw; op 4 maart vond er ‘s avonds een podiumgesprek plaats in de Juridische Faculteit van de Universiteit Ramon Llull. De als gastheer optredende leerstoel houdt zich bezig met strafrecht, strafvoltrekking, “Wiedergutmachung” en de schadeloosstelling van daders aan slachtoffers.
Ondanks alle waarschuwingen ondervond onze Duits-Franse dialoog tussen kinderen uit vervolgde en die uit nazifamilies een levendige weerklank bij de toehoorders. Er werden vanuit het publiek en nog lang tot aan het officiële eind heel wat interessante en emotioneel geladen vragen gesteld. De reacties in de media waren indrukwekkend: de beide grote dagbladen “La Vanguardia” en “El Periódico” presenteerden uitvoerige interviews met ons; de belangrijkste tv-Zender van Catalonië TV 3 interviewde ons tijdens het ochtendnieuws en toonde daarbij ook veel beelden van de KZ-Gedenkstätte Neuengamme.
Redenen voor het zwijgen
Moeilijker is het de dieperliggende oorzaken van dat zwijgen in te schatten. Aangespoord door zo veel instemming, heb ik aan het einde van de podiumdiscussie moed gevat om direct de vraag aan het publiek voor te leggen of onze bescheiden poging, een pleidooi te voeren voor verdraagzaamheid – ook in dit altijd nog diep verdeelde land – gehoord en begrepen zou worden.
Er volgde een langdurig zwijgen. Toen stak een vrouw haar arm op:
“Welke redenen waren er in Duitsland voor het lange zwijgen na de oorlog?”
Een andere van de vele mogelijke reacties op mijn vraag kreeg ik een week later, terug in Zuidfrankrijk, in La Coûme, een milieuproject voor jongeren in de Voor-Pyreneeën.
Marta, de vormingsleidster, die oorspronkelijk uit Catalonië komt, keek mij lang en zwijgend aan.
“Wil je een eerlijk antwoord op je vraag?”
Ik knikte.
“Deze gepolariseerde situatie en het zwijgen over het verleden is ontstaan in de zeventiger jaren, toen na de dood van Franco (1975) en met de invoering van de democratie in Spanje, tot een amnestiewet voor de misdaden van beide zijden werd besloten en alle partijen daarmee instemden. Met dit “Pact van het zwijgen” werd ook iedere kritische discussie over de staatsgreep van Franco, de burgeroorlog en de 44 jaren durende dictatuur ter zijde geschoven. En zo verdween een en ander ook uit de schoolboeken”.
In dit verband en voor meer informatie zou ik beslist de film “Das Schweigen der Anderen”, “Het zwijgen van de anderen” (Spanje/Verenigde Staten, 2018) willenaanbevelen. Deze film toont onder meer hoe bijvoorbeeld de vraag naar het openen van de vele duizenden massagraven uit de Burgeroorlog vandaag altijd nog een politiek probleem vertegenwoordigt, dat al naar gelang de regeringspartij, verschillend wordt benaderd.
Dit artikel is verschenen in het tijdschrift Freundeskreis Aktuell Nr. 34 (april 2020).
Vertaald door: Wim van der Sluis