Franciska Henning, lid van de “Young Committees” van de AIN en medewerkster van het Archief van de KZ-Gedenkstätte Neuengamme, doet verslag van een bewogen weekend in de Belgische plaats Meensel-Kiezegem. Daar werd onlangs het “Museum44” geopend, dat voortaan over de tragische geschiedenis van de plaats informatie verschaft, de slachtoffers eert en de herinnering levendig houdt.
Drie kussen op de wang, eerst rechts, dan links en dan weer rechts. We zijn in België, beter gezegd in het kleine dromerige plaatsje Meensel- Kiezegem. Zo geweldig hartelijk werd ik slechts door weinig mensen ontvangen, maar hier is dat de normaalste zaak van de wereld.
In het weekend van 10 -11 augustus 2019 kwamen in het kleine plaatsje Meensel-Kiezegem heel veel lieve, bekende gezichten bij elkaar om met Tom Devos, Marc Cauwbergs en Katrin Duerinckx de opening van het nieuwe “Museum44” te vieren. Deze drie en zoveel andere geëngageerde mensen uit de plaats hebben in de laatste jaren ontelbare werkuren en energie in de bouw gestoken van dit museum, dat gewijd is aan het tragische lot van enkele van hun familieleden.
De geschiedenis van Meensel-Kiezegem
Het jaar 1944 was een jaar dat tot op heden zeker een stempel drukt op een groot deel van de families in Meensel-Kiezegem. Nadat bij een schotenwisseling een collaborateur stierf, eiste diens moeder als vergelding 100 gevangenen. Deze wens werd ingewilligd. Zodoende werden in het kader van de razzia’s op de 1ste en 11de augustus 1944 in totaal 81 personen, vooral vaders en zonen, gevangengenomen, van wie er uiteindelijk 71 kort daarna in het KZ Neuengamme terecht kwamen. Na de oorlog keerden slechts acht van hen levend naar hun families terug.
Wat is er allemaal in het museum te zien:
Precies 75 jaar na de tweede razzia, waarbij 76 onschuldige mensen uit hun alledaagse leven werden weggerukt, openden de poorten zich van het nieuwe museum, dat hun geschiedenis verduidelijkt en de slachtoffers eervol herdenkt.
Alle betrokkenen hebben daarbij heel wat werk verricht!
Tussen de pastorie en de kerk is een grote witte tent opgezet. Daarvoor zie ik veel bekende gezichten die hun vrije tijd gedurende de laatste jaren hebben besteed aan het project dat hen na aan het hart ligt. Allen verheugen zich over het feit dat deze taak nu eindelijk is volbracht. Alles kon op tijd worden voltooid. En op de vraag of zij met hun resultaat tevreden zijn, knikken de meeste betrokkenen.
Nog zijn ze wat gespannen, nog is het museum niet geopend en op de een of andere manier wordt het voor iedereen langzaam maar zeker duidelijk dat het eigenlijke werk nu nog op hen ligt te wachten. Maar in de loop van het weekend zal deze spanning plaats maken voor vreugde en opluchting.
De weg die ze tot hiertoe moesten afleggen was beslist lang en dat moet vanavond gevierd worden! Op twee beeldschermen worden foto’s van de bouw en het werk getoond; ook een overzicht van de in die tijd genuttigde hoeveelheid bier mag daarbij niet ontbreken. Bossen bloemen worden overhandigd en de avond begint met een eerste bezichtiging van het nieuwe “Museum44” door de ongeveer 150 aanwezigen.
Het “Museum44”
Op het kleine erf van de oude pastorie lichten de initiatiefnemers van het project op indrukwekkende wijze toe wat de mannen van het dorp in Neuengamme en de buitenkampen moesten doorstaan.
Het museum is erin geslaagd om het evenwicht te bewaren tussen vanouds beproefde tentoonstellingstechniek en nieuwe media. Zo zijn er naast veel indruk makende expositiestukken zoals de kleding van een gevangene of een uniform van de Cap Arcona, ook diverse beeldscherm installaties en 3D-brillen in de tentoonstelling geïntegreerd.
Indruk maakt daarbij al het eerste vertrek, dat de bezoeker leidt naar de binnenzijde van een nagemaakte barak. Door een spiegel aan de wand ontstaat bij het betreden van de feitelijk erg kleine ruimte de ervaring van een eindeloze diepte, die bed aan bed rijgt. In het kleine vertrek is feitelijk niet meer plaats dan voor in totaal drie van strozakken voorziene houten bedden; maar nu zijn het er drie boven elkaar. Alleen al het idee dat 3 à 4 mannen op één van de “verdiepingen” het bed moesten delen, geeft de bezoeker bij uitstek een juiste indruk van het aantal mensen dat daar in die krappe ruimte op elkaar geperst werd.
Een klein beeldscherm aan de wand stelt een venster voor, waarin kleine filmclips van het huidige terrein van de KZ-Gedenkstätte Neuengamme getoond worden.
Neuengamme, niet alleen het KZ, maar met name ook de huidige gedenkplaats is eveneens op andere plaatsen vertegenwoordigd. Zo liggen er bijvoorbeeld in een ander vertrek, op regelmatige en gepaste afstand ten opzichte van de expositiestukken, rode stenen op de vloer. Hun kleur en de manier waarop ze heel netjes in de bijbehorende dozen liggen, herinnerden mij aan de zichtbaar gemaakte staanplaatsen van de oude barakken op het terrein van de gedenkplaats. Een fijnzinnig maar ook zeer eerlijk detail.
Laden en Blikvangers
De twee laatste onderdelen van de tentoonstelling bevallen mij echter het meest. Een vertrek is in z’n geheel gewijd aan de slachtoffers van de razzia. Aan de muur bevinden zich de op acryl glas gedrukte portretten van de indertijd gevangengenomen mannen, samen met hun persoonlijke gegevens. Hun portretten zijn ook weer te zien op de laden van de nieuw vervaardigde kasten in het vertrek. Het licht gekleurde hout ruikt nog vers. Ieder slachtoffer heeft daarin zijn eigen lade, met daarop apart zijn foto en naam.
In iedere lade kan men de documenten en de herinneringsstukken vinden die de desbetreffende familie bezit; men was bereid deze met het museum te delen. Goed beschermd onder glas liggen daar foto’s, rouwadvertenties en soms zelfs onderscheidingen. Maar er zijn ook enkele laden ontstellend leeg.
Men kan zich voorstellen hoe dat komt – of ten minste heb ik door mijn ervaring in het Archief van Neuengamme direct een vermoeden: Soms is er gewoonweg niets meer dan de herinnering op zich.
De voorwerpen of documenten die deze herinnering zouden kunnen opvullen, zijn vernietigd of verdwenen. Of in een ander geval is men er misschien gewoon nog niet aan toe deze voorwerpen weg te geven en onder glas in een lade te zien liggen.
Juist die lege laden maakten indruk op mij. Hoe zou men de leegte beter tot uitdrukking kunnen brengen, die ontstaat wanneer van de ene dag op de andere een deel van de familie verdwijnt?
Voordat men het museum verlaat komt men langs de “Early Warning Signs”. Aan een muur is een lijst opgehangen met de eerste tekenen van uitsluiting, onderdrukking en een dictatoriale samenleving. Deze tekenen worden hier concreet benoemd, met daarnaast de laatste nieuwsberichten op kleine beeldschermen. Regelmatig geactualiseerd vormen deze geschiedenissen, nieuwsberichten zoals men ze dagelijks op de voet volgt, een brug naar het heden. Ze brengen ons terug in het heden, met de dringende oproep het niet weer zo ver te laten komen als in augustus 1944 in Meensel-Kiezegem en in het Neuengamme van 1938 tot 1945 – en te veel andere plaatsen in heel Europa.
Herdenken in België
Dit is mijn tweede bezoek aan België, mijn tweede herdenkingsplechtigheid op deze plaats en al bij de eerste keer is het me heel duidelijk geworden dat de stemming in België anders is als in Duitsland. Anders als bij iedere in Duitsland plaatsvindende herdenkingsmanifestatie heb ik in België het gevoel dat het hier wezenlijk meer ontspannen toegaat. De herinnering is niet met schuld beladen. Daarbij komt de voor mij zeer ongewone verbinding met een kerkdienst. Ik zit inmiddels wat nerveus tussen twee oudere Belgische heren, van wie de een mij verduidelijkt dat zijn oom een van de vele gedeporteerden was die in Neuengamme is omgekomen. Mij ontbreekt nog de routine daarop gepast te reageren; enerzijds zou ik me graag willen verontschuldigen, anderzijds besef ik dat de dood van deze mensen absoluut niets met mij als persoon te maken had. Dus concentreer ik me erop te verbergen dat ik geen idee heb wanneer men tijdens de dienst een kruis slaat, opstaat of Amen zegt, terwijl mijn lieve buren dat allemaal geroutineerd doen. Een paar meter van ons verwijderd zit de kapel, die de plechtigheden muzikaal begeleidt. Ze zijn erg goed en zo dicht bij hen te zitten maakt de muziek geweldig.
In aansluiting op de dienst worden de toespraken bij de echte herdenkingsplechtigheid gehouden. Naast de burgemeester van Tielt-Winge, Rudi Beeken, en de historicus verbonden aan de universiteit van Gent, Koen Aerts, verheug ik me natuurlijk ook zeer op de toespraak van Dr. Detlef Garbe, namens de gedenkplaats Neuengamme. Mijn Vlaams is gewoon niet voldoende om de zeer interessante andere toespraken te kunnen begrijpen.
Een blik op de gelukkige en ook peinzende gezichten om me heen is voldoende om te constateren dat deze plechtigheid als zeer positief wordt ervaren. Het komt bij mij over als of een compleet dorp bij elkaar komt en dat ieder jaar opnieuw, om zijn bewogen geschiedenis te herdenken.
Het herdenken vieren
Ik geniet van deze plechtigheden in België. Ze zijn niet alleen goed georganiseerd, maar bezitten ook gewoon een simpele aangename “flair”. Het is niet zo stijf en licht deprimerend zoals ik het van andere plaatsen gewend ben. Wat men zich bij plaatsen als Neuengamme niet zou kunnen voorstellen wordt hier gewoon gedaan.
De kranslegging wordt dan ook maar al te graag onderbroken opdat een van de laatste luchtwaardige Spitfires zijn rondjes boven het monument kan vliegen. De aanwezigen pakken enthousiast hun smartphones en maken foto’s en video’s van het oude jachtvliegtuig. De ongeveer vijf vluchten van de eveneens uit Meensel-Kiezegem stammende piloten worden met bijval en vrolijke “oh’s” en “ah’s” begeleid. Ook ik haal mijn Handy spontaan tevoorschijn en bekijk bewonderend de foto’s die mijn buurman van dat moment heeft gemaakt, terwijl ik terloops mijn ouders al de eerste video stuur. Hoe vaak vliegt zo’n oud toestel nog over iemand heen? De kranslegging wordt voortgezet en enkele representanten van de huidige organisatie worden daarbij voorgesteld.
Twee meter verderop geeft een moeder haar dochter een boterham opdat ze ophoudt rond te lopen.
Tot slot van de ceremonie zal de kleine meid met haar padvindersgroep zonnebloemen leggen bij het monument. Een mooie symbolische handeling die het herdenken aan de volgende generatie doorgeeft.
Ik heb van mijn tijd in België weer genoten en ik zou op deze plek alle organisatoren graag willen bedanken. Zij hebben met hun “Museum44” een zeer voortreffelijk historisch eerbewijs tot stand gebracht, niet alleen voor hun eigen slachtoffers, maar ook voor de vele anderen, van wie het leven onder de willekeur van het naziregime op slag veranderde.
Vertaling: Wim van der Sluis, september 2019.