Andreas Froese is sinds 2015 leider van de Gedenkstätte Feldscheune Isenschnibbe Gardelegen in Sachsen – Anhalt, die de herinnering aan een massamoord op 1016 KZ-gevangenen in april 1045 levend houdt. Hij doet hier verslag van zijn werk, de rol van de Gedenkstätte in de regio en van internationale ontmoetingen, ook met nabestaanden van de weinige overlevenden van de massamoord en met Amerikaanse soldaten die de omgeving bevrijdden.
Herdenken en informeren – meer dan alleen maar een beroepsmatige aangelegenheid.
Met de massamoord van Gardelegen op gevangenen, die eerst in het buitenkamp Hannover -Stöcken van het KZ-Neuengamme of in de buitenkampen van het KZ-Mittelbau – Dora vast hadden gezeten, en met de historische plek van het misdrijf, de gedenk- en begraafplaats in de Altmark, had ik me al in voorgaande jaren – als historicus en medewerker bij andere Gedenkstätten – beziggehouden.
Het misdrijf van de dodenmars van Gardelegen is nauw verwant aan misdrijven op andere plaatsen, die eveneens in verband staan met de nationaalsocialistische geschiedenis. Het gaat enerzijds om een voortzetting van de geschiedenis van het KZ kampencomplex Mittelbau -Dora na de ontruiming ervan vanaf maart 1945 en anderzijds om de geschiedenis van het eveneens ontruimde
KZ – Buitenkamp Hannover – Stöcken, dat tot het KZ-Neuengamme behoorde. Met deze beide plaatsen van waaruit de ontruimingstransporten en dodenmarsen naar Gardelegen in het voorjaar van 1945 begonnen, had ik me vroeger reeds beziggehouden. In Gardelegen is het nu voor mij van belang onderzoek te doen naar het verdere verloop van deze transporten tot aan hun einde in de Altmark en mij te wijden aan de opheldering van de altijd nog vele onbeantwoorde vragen en onduidelijke verbanden rond de Feldscheunen massamoord van april 1945.
Naast mijn op historische feiten gerichte en pedagogische benadering van het historisch verloop van de gebeurtenissen en de achtergronden van deze misdaad, hebben echter vooral mijn persoonlijke ontmoetingen met overlevenden van de beide concentratiekampen en de dodenmarsen naar de Altmark blijvend indruk op mij gemaakt; bijvoorbeeld met Albert van Dijk uit Nederland en met Aimé Bonifas uit Frankrijk. Ik ben buitengewoon dankbaar dat ik Aimé Bonifas nog in levenden lijve persoonlijk kon ontmoeten en zijn levensverhaal kon horen, voordat hij in de herfst van 2013 stierf.
Toen vervolgens aan het begin van de zomer van 2015 publiekelijk bekend werd dat de deelstaat Sachsen–Anhalt in Gardelegen het plan had voor de nieuwbouw van een compleet bezoekers- en documentatiecentrum met een nieuwe permanente tentoonstelling en met de opzet van professioneel onderzoeks- en vormingswerk ter plaatse, was het voor mij direct duidelijk dat ik dit bijzondere voornemen juist op deze voor mij zo belangrijke plek graag persoonlijk mee wilde aansturen en daadkrachtig ondersteunen.
De herinnering aan de massamoord op plaatselijk en regionaal niveau
Kenmerkend voor de Gedenkstätte Gardelegen is een dubbele verbinding zowel regionaal als op bovenregionaal niveau. Het gaat namelijk niet om een vergeten of zelfs verdrongen plek in de Altmark. Wie in deze streek is opgegroeid, is ook met deze plek groot geworden en heeft hem in de DDR-tijd, in het kader van de toenmalige openbare herdenkings- en massamanifestaties, steeds weer bezocht; natuurlijk niet altijd vrijwillig. Daarom kunnen veel bewoners uit de regio een heel persoonlijk verhaal over hun eigen relatie met deze plaats vertellen.
Opvallend is bovendien dat naast het deelstaatparlement van Sachsen–Anhalt met zijn besluit van 2012, ook de colleges van de regionale besturen, bijvoorbeeld de gemeenteraad van de Hanzestad Gardelegen, de districtsvergadering van het district Altmark Salzwedel, als ook talrijke verenigingen en burgerinitiatieven met duidelijke besluiten en resoluties, zich voor de bouw van de Gedenkstätte hebben uitgesproken. Een degelijke maatschappelijke ondersteuning getuigt van een breed gedragen acceptatie onder de bevolking van het bouw- en tentoonstellingsplan: echt een goede basis.
Dat kon men ook bij de eerstesteenlegging in juni 2018 heel duidelijk zien. Honderden mensen namen er aan deel. Voor veel aanwezigen was het van belang op deze dag ter plaatse aanwezig te zijn en om na de plechtige plaatsing van de tijdcapsule in de nieuwe fundering van de ruwbouw zelf een symbolische troffel cement op de capsule te werpen. Enkele mensen in het publiek waren op dit moment zichtbaar ontroerd. Op deze dag hoorde ik heel vaak – juist van oudere mensen, die zich gedurende vele jaren voor deze plek hebben ingezet – opgeluchte uitingen, geheel overeenkomstig het motto: “Dat ik dat nog beleven mag”.
Nationale en internationale belangstelling voor het Herinnerings- en Vormingscentrum
Maar ook op federaal en internationaal niveau richten zich tegenwoordig veel verwachtingsvolle blikken op Gardelegen. Familieleden van bij de massamoord omgekomen mensen of van degenen die “het” hebben overleefd, veteranen van het US – leger van 1945 en hun nabestaanden, mediavertegenwoordigers, cineasten, studenten en toeristen: De bezoekersgroepen van geïnteresseerde mensen, die naar de Gedenkstätte komen, zijn divers en omvatten alle generaties. Velen zien in deze bouw- en expositieplannen in Sachsen–Anhalt ook een goed voorbeeld van de functie die de discussie over de nationaalsocialistische geschiedenis in deze deelstaat en in Duitsland heeft. En hoe kan, juist op deze plaats, vanwege het historische voorbeeld van de regio rond Gardelegen, de betekenis van de nationaalsocialistische dodenmarsen in het laatste oorlogsjaar 1945 beter worden uitgelegd! In zover is de Gedenkstätte Feldscheune Isenschnibbe Gardelegen ook een leer- en informatieplaats van bovenregionale betekenis met een landelijke en internationale uitstraling.
Een publieke leer- en informatieplaats
Voor ons is het belangrijk dat het terrein van de Gedenkstätte voor bezoekers vrij toegankelijk is, zowel voor de enkeling als ook voor groepen. Zo kan de historische plaats van het misdrijf – de vroegere standplaats van de Isenschnibber Feldscheune en de erebegraafplaats als rustplaats voor de slachtoffers, die de inwoners van de stad Gardelegen op bevel van de Amerikaanse troepen in april 1945 moesten aanleggen, zowel zelfstandig als ook pedagogisch begeleid, worden verkend. Om voor zo veel mogelijk mensen het bezoek toegankelijk te maken, vooral in combinatie met pedagogische begeleiding bij de Gedenkstätte, zijn onze vormingscursussen kosteloos.
In aanvulling op de discussie over de historische plaats van het misdrijf wordt het voor de bezoekers van het terrein ook mogelijk gemaakt de daarbij later toegevoegde bouwelementen en gedenktekens te betrekken, die nog voorbeelden zijn van de herdenkingscultuur vanaf de DDR – tijd tot nu toe.
Natuurlijk speelt de informatieoverdracht zich nu nog onder provisorische omstandigheden af. Wij zijn nu immers bezig met het ontbrekende en noodzakelijke gebouw voor de Gedenkstätte , dat wanneer dit klaar is, voorzien zal zijn van ruimten voor studiebijeenkomsten en media- en technische voorzieningen. Maar ook in deze soms nog turbulente en gebrekkige beginperiode van het experimenteren en improviseren met de beschikbare technische mogelijkheden ter plaatse, kunnen schoolklassen en groepen volwassenen worden bereikt. De vele historische fasen weergegeven door restanten van gebouwen op het terrein, tot en met onze huidige bouwwerkzaamheden, zijn geschikt voor het concreet inzichtelijk maken dat het buitenaanzicht van de Gedenkstätten, de betekenis van herinneringsplekken inzake het nationaalsocialisme en de herdenkingscultuur na 1945, in de loop van de decennia altijd weer veranderden. Zij lieten nooit iets aan het toeval over, maar kwamen altijd voort uit doelbewuste processen van besluitvorming en vormgeving, waaraan ook weer bepaalde gangbare geschiedenisbeelden en maatschappelijke verklaringspatronen ten grondslag lagen.
Onze huidige terugblik op de massamoord in het kader van het historisch-politieke vormingswerk ter plaatse maakt ook een intensieve bespreking mogelijk van kwesties met betrekking tot de daaropvolgende geschiedenis: Hoe ging het met de overlevenden na hun bevrijding en terugkeer naar het land van herkomst of geboortestreek? Welke betekenis heeft Gardelegen voor de familieleden van hen die in het voorjaar van 1945 daarheen werden gedeporteerd en die daar als bij naam en toenaam bekende of als onbekende slachtoffers zijn bijgezet? Welke rol speelt de herinnering aan de massamoord meer dan 70 jaar later voor de huidige en komende generaties? En hoe willen we en zullen we met de sporen en nasleep van de misdaden van het nationaalsocialisme omgaan?
Over ons werk in Gardelegen en de actuele stand van de bouwwerkzaamheden informeren we het publiek ook voortdurend via de media en op onze internetsites: onze homepage en de sociale netwerken Facebook en Twitter.
Het werk met nabestaanden
Met Lucien Colonel is in januari 2017 een van de laatste overlevenden van de dodenmarsen naar Gardelegen gestorven. Wij missen nu zijn stem. In zoverre is het voor Gardelegen helaas reeds nu een treurige werkelijkheid geworden dat we het op deze plaats moeten stellen zonder de mogelijkheid van een persoonlijke ontmoeting met tijdgenoten, die ooit de dodenmarsen als KZ- gevangenen meemaakten en overleefden.
Des te belangrijker is voor ons het contact met verenigingen en het nageslacht. Ik zie mij als aanspreekpunt voor nabestaanden van de overlevenden van de massamoord of van bloedverwanten, die mij om informatie over hun vermoorde familieleden vragen. Soms reizen ze ook persoonlijk naar Gardelegen om de graven van hun vaders en grootvaders, ooms en oudooms op de erebegraafplaats te bezoeken. Omdat tot nu toe slechts bij benadering van een derde van de slachtoffers en daar begraven mensen de namen bekend zijn, is het voor mij helaas niet altijd mogelijk verhelderende informatie te geven en hen de juiste grafplek te tonen.
Gelukkig voorzien ook sommige familieleden ons van informatie en brengen documenten mee naar de Gedenkstätte. Enkelen stellen ze zelfs ter beschikking van ons onderzoekswerk en de nieuwe permanente tentoonstelling. De daaruit voortvloeiende inzichten zijn voor de nieuwbouw en oprichting van de Gedenkstätte Gardelegen van onschatbare betekenis, omdat zij ons inzage geven in concrete persoonlijke- en familiebiografieën en daarbij helpen, de eertijds van hun rechten beroofde, ontmenselijkte slachtoffers hun concrete naam en persoonlijke identiteit terug te geven.
Uiteraard hebben we ook belang bij de eigen biografische gegevens van de tweede, derde en vierde generatie. Door het contact met nabestaanden en verenigingen kan het ons lukken om meer namen en identiteiten van de tot nu toe onbekende slachtoffers op de erebegraafplaats te achterhalen en blijvende persoonlijke betrekkingen tussen hun families en de gedenkplaats op te bouwen.
Ook verwanten uit de kring van de opeenvolgende generaties US- veteranen, die in april 1945 de plaats van het misdrijf in de Feldscheune ontdekten en de bevolking van Gardelegen met de sporen van de massamoord confronteerden, zoeken steeds weer contact met de Gedenkstätte.
Daarentegen schijnt het duidelijk moeilijker te zijn om over hoofd- en mededaderschap inzake de massamoord binnen de eigen familiegeschiedenis te spreken. In ieder geval heb ik tot nu toe nog geen informatie hierover ontvangen. Het spreekt vanzelf dat het nageslacht van degenen die deelnamen aan de massamoord zich in geen geval schuldig moet voelen.
Problemen met nationale en internationale ondersteuning het hoofd bieden
Aan het eind van het jaar 2016 publiceerden de media plotseling verontrustende berichten: De bouw van een gepland documentatiecentrum met expositieruimte scheen niet meer op de volledige politieke steun in Sachsen–Anhalt te kunnen rekenen.
Dit bericht kwam als een complete verrassing voor ons en veel mensen in het land, omdat het parlement zich reeds in het jaar 2012 met een fractie overstijgend besluit zonder tegenstemmen had uitgesproken voor het bouw- en expositieplan, terwijl de eerste deelprojecten voor dat plan in Gardelegen reeds in gang gezet waren. Nu bleek het plotseling onduidelijk of de middelen voor de vestiging van het nieuwe gebouw feitelijk in de nieuwe landelijke begroting voor de jaren 2017/2018 zouden zijn opgenomen. Er werden heel wat brieven van bezorgde KZ overlevenden en verwanten naar het deelstaatparlement en aan de landsregering gestuurd, ook door de Amicale Internationale KZ Neuengamme.
Gelukkig namen de leden van de fracties in het deelstaatparlement een paar maanden later een begroting aan, die de benodigde middelen beschikbaar stelde en voor ons een voortzetting van de gestarte werkzaamheden mogelijk maakte. Ook de presidente van het deelstaatparlement van Sachsen–Anhalt, mevrouw Gabriele Brakebusch, sprak zich in april 2017 in haar rede bij het 72ste gedenkjaar van de massamoord uit voor de oprichting en voltooiing van het documentatiecentrum in Gardelegen. En de eerste steen voor het nieuwe gebouw werd hoogstpersoonlijk in de fundering gelegd door Rainer Robra, chef van de Staatskanselarij en Deelstaatminister van Cultuur. In zoverre zijn wij de deelstaat Sachsen–Anhalt zeer dankbaar voor de heldere, duidelijke promotie en ondersteuning van het plan.
Actuele plannen voor de Gedenkstätte Gardelegen
De met de uitvoering belaste gespecialiseerde bedrijven hebben de ruwbouw van het nieuwe gebouw al opgetrokken; deze wordt nu van binnen stap voor stap afgewerkt en voltooid.
Parallel aan deze bouw wordt de permanente tentoonstelling ontwikkeld. Wanneer alles ideaal volgens plan verloopt, zou het documentatiecentrum spoedig voltooid kunnen zijn. Ik ben al heel benieuwd.
Weliswaar kan er nog geen concrete datum voor de opening worden vastgesteld. Toch hebben zich al talrijke gasten van heinde en ver voor deze grote gebeurtenis aangemeld, onder andere ook leden van de verenigingen van overlevenden en nabestaanden, familieleden van de slachtoffers, en van de US – veteranen die Gardelegen in april 1945 hadden bereikt.
Bovendien bereidt de gedenkplaats zich nu al voor op het 75ste gedenkjaar van de Feldscheune massamoord, in april 2020. Dat wordt een bijzonder herdenkingsjubileum, waarvoor zich ook al veel geïnteresseerden uit binnen- en buitenland hebben aangemeld. En dat niet alleen vanwege het ronde jaartal; want volgens de huidige planning zal dit het eerste herdenkingsjaar worden met een voltooid documentatiecentrum.
Deze levendige belangstelling is voor ons een grote eer, verrijking en ook verplichting, die alle betrokkenen extra stimuleert. Natuurlijk houden we de publiciteit gaande en nodigen we dan te zijner tijd alle belangstellenden naar Gardelegen uit voor de plechtige opening. Tot dan draaien de werkzaamheden verder op volle toeren.
Opm. van de Red.: Het verslag berust op een gesprek dat Christine Eckel, Secretarisgeneraal van de Internationale Vriendenkring KZ Neuengamme, met de heer Andreas Froese heeft gevoerd.
Vertaling: Wim van der Sluis