Roslyn Eldar is de dochter van Lili Ruttner. Lili kwam oorspronkelijk uit Tacova (het voormalige Tsjechoslowakije) en overleefde samen met zes andere familieleden Lübberstedt-Bilohe, een buitenkamp van het concentratiekamp Neuengamme, waar ze allen tewerkgesteld waren in de munitieproductie. Van deze zes familieleden zijn er vandaag nog twee in leven: Elisabeth Just, Lili’s jongere zus leeft in Australië en is 91 jaar. Mindu Hornick, één van Lili’s nichten, woont in het Verenigd Koninkrijk en is 89 jaar.
Bezoek aan Hamburg in de lente van 2018
Foto 1: Vooraanzicht van de St-Nikolaikerk
De St-Nikolaikerk in Hamburg is een indrukwekkende herdenkingsplaats die je aan het denken zet. De geallieerde bombardementen in Hamburg in de maand juli van 1943 vernietigden het grootste gedeelte van deze kerk. De ruïnes van toen zijn tot op vandaag behouden gebleven en zijn een herdenkingsmonument tegen oorlog.
Op de plaats van het vroegere schip van de kerk, bevindt zich een bronzen beeld van een man, zittend op stenen uit het concentratiekamp Sandbostel. Het wordt “de beproeving” genoemd en is ter nagedachtenis van de gevangenen uit Sandbostel, eveneens een buitenkamp van het concentratiekamp Neuengamme.
Op de zijkant van het standbeeld lezen we volgende inscriptie:
“Geen mens op de hele wereld kan de waarheid veranderen. Men kan enkel de waarheid zoeken, ze vinden en ze dienen. De waarheid is overal.”
Dietrich Bonhoeffer
Deze tekst werd geschreven door Dietrich Bonhoeffer, een Duits pastoor en nazidissident, die geëxecuteerd werd door de Nazi’s in april 1945, een maand voor het einde van de oorlog. Hij wilde “spreken voor diegenen die niet kunnen spreken”. Dat is het allerminste wat wij allemaal kunnen doen voor diegenen die zijn omgekomen door de holocaust, maar ook voor diegenen die het overleefden.
Dit is mijn dagboek van onze pelgrimstocht met familie naar Hamburg, Duitsland om de overblijfselen van de munitiefabriek waar ze gevangen zaten tijdens WO II te bezoeken.
Achtergrond
Ik ben onlangs teruggekeerd van een overzeese reis met, verrassend genoeg, 11 dagen Hamburg op het programma. Ik zeg “verrassend” omdat ik altijd het gevoel had nooit een voet op Duitse bodem te willen zetten. Het woord “Duitsland” staat voor mij gelijk aan nazi’s en het onvoorstelbare lijden dat mijn familie onderging, simpelweg omdat ze joods waren. Dus hoe kwam het dan dat ik in mei van dit jaar toch 11 dagen in Hamburg in Duitsland doorbracht?
Er wordt altijd gezegd dat een grote reis begint met een kleine eerste stap. Mijn eerste stap begon op 25 juli 2016 toen ik zomaar een e-mail ontving, van Nechemia Lerch, een verre neef uit Israël, die ik nauwelijks kende. Hij schreef:
“Hallo Rosalyn, Ken je de getuigenis van je moeder, die opgeschreven werd door een vertegenwoordiger van het Joodse agentschap, korte tijd nadat je moeder en drie andere neven en nichten in mei 1945 uit de Duitse kampen bevrijd werden? Het document wordt bewaard in Yad Vashem in Jeruzalem. Ik heb een kopie van het origineel in het Duits en ook een Hebreeuwse vertaling.
Als je het leuk vindt om het te krijgen, laat het me weten.” Nechemia
Nechemia legde in latere mails uit hoe hij een verwijzing naar de getuigenis vond in zijn schoonmoeder’s appartement, na haar overlijden in 2009. Nechemia’s schoonmoeder was mijn nicht, Etu Slyomovic.
Natuurlijk vroeg ik de getuigenis meteen op. Ik had geen idee dat mijn moeder zoiets nagelaten had. Ik kon niet wachten om het document te ontvangen en te lezen. Het is gedateerd op 24 juli 1945 en lijkt op een stem uit het graf. Mijn moeder overleed immers in 2006. Haar getuigenis is meer dan 70 jaar oud en werd geregistreerd twee en een halve maand na haar bevrijding. Ik ontdekte later dat het origineel in het Hongaars was genoteerd en geregistreerd door “The National Committee for Attending Deportees”’(DEGOB), een Hongaars-Joodse hulporganisatie. Het personeel van DEGOB nam de persoonlijke verhalen op van ongeveer 5.000 Hongaarse Holocaustoverlevers tussen 1945-1946. Dat hield steek, aangezien mijn moeder en haar familie uit Tacova, Tsjechoslowakije kwamen. Tacova (Técső in het Hongaars) was bezet door de Hongaren, die vanaf maart 1939 samenwerkten met de nazi’s, waardoor mijn moeder Hongaars sprak.
Ik heb de Duitse versie van de getuigenis tot twee keer toe professioneel laten vertalen, om er zeker van te zijn dat elk woord, elke nuance correct werd weergegeven. Ik las en herlas het. Het was een goudmijn aan informatie dat vrij correct moet zijn, aangezien het zo recent na de bevrijding werd opgetekend. Mijn verder onderzoek bevestigde alles wat mijn moeder hierin vertelt.
Opgroeien in Melbourne
Toen ik opgroeide in Melbourne, Australië, vertelde mijn moeder soms over haar ervaringen tijdens de oorlog, maar ik besef nu dat ze daar zeer weinig over zei. Eén van de dingen die ik me goed herinner, is dat mijn moeder zei dat ze drie maanden in Auschwitz was en dat een dag langer daar haar dood zou betekend hebben. Daarna werkte ze in een munitiefabriek, verstopt in een bos, maar ze sprak nooit de naam uit. Ik denk dat ze het met de tijd ook vergeten was, net als de andere zes familieleden die daar ook gevangen zaten.
Ik dacht er ook niet verder bij na, ik stelde ook nooit vragen. Het was te erg, het kwam “te dichtbij”.
Nu, met de plots opgedoken getuigenis, was mijn nieuwsgierigheid gewekt. Het gaf me zoveel informatie, maar liet me ook achter met zoveel onbeantwoorde vragen. Ik wilde alles weten en dankzij het internet kon ik heel wat opzoekwerk verrichten.
Anderhalf jaar onderzoek
Mijn volgende stap was contact op te nemen met Yad Vashem. De onderzoeksassistent Timorah Perel begeleidde mijn zoektocht het daaropvolgende anderhalf jaar. Ze gaf me verschillende sporen om te volgen en beantwoordde mijn vele vragen, steeds in perfect Engels. Mijn eerste doel was het vinden van de naam en locatie van die munitiefabriek. Ondanks de vermelding “Lieberstedt dichtbij Bremen” in mijn moeder’s getuigenis, had ik niet door dat dit in feite de naam was van de munitiefabriek, echter fout gespeld. Timorah suggereerde mij om de KZ-Gedenkstätte van het concentratiekamp Neuengamme in Duitsland te contacteren om mij te helpen de plaats van de munitiefabriek terug te vinden.
Het slavenarbeiderskamp
En zo volgden de verdere stappen. Ik contacteerde de KZ-Gedenkstätte Neuengamme via hun website in september 2016. Ik ontving een snel antwoord van de archivaris van de gedenkplaats, Alyn Bessman, opnieuw in het Engels:
…Uit de informatie aangeleverd door uw moeder aan DEGOB in 1945, kan ik concluderen dat uw moeder en haar familieleden vanuit Auschwitz getransporteerd werden naar Lübberstedt-Bilohe, één van de vele buitenkampen van het concentratiekamp Neuengamme. De gevangenen daar moesten werken voor de “Lufthauptmunitionsanstalt Lübberstedt”, een munitiefabriek van de Duitse Luchtmacht.
Met andere woorden, mijn moeder en haar familie waren slavenarbeiders voor de “Luftwaffe”(Luchtmacht) en moesten bommen en granaten maken voor Duitsland tijdens WOII. Hun kamp en fabriek bevonden zich dicht bij Hamburg, in een bos tussen twee kleine stadjes, Axtedt en Lübberstedt. De ”Lufthauptmunitionsanstalt Lübberstedt” wordt in de volksmond Muna Lübberstedt of simpelweg Muna genoemd. Het wordt ook wel Lübberstedt-Bilohe genoemd, omdat het ook in de buurt van de stad Bilohe lag.
Het woord “Holocaust” is gelinkt aan de brutaliteit van de uitroeiing in kampen als Auschwitz- Birkenau en de moord op de Europese joden, maar er is weinig bekend over het lot van de slavenarbeiders. Het concentratiekamp Neuengamme vestigde tussen 1942 en 1945 meer dan 85 slavenarbeiderskampen in het noorden en midden van Duitsland. Deze ‘subkampen’ werden kampen op zichzelf, weliswaar onder het centrale bestuur van Neuengamme. Op het einde van 1944 waren er ongeveer 37.000 tot 39.000 slavenarbeiders in deze kampen, waaronder mijn familie in Muna Lübberstedt.
Meer dan 20 van die subkampen bevonden zich in de directe omgeving van Hamburg. Door het verloop van de oorlog was er een gebrek aan Duitse burgerarbeiders, omdat ze naar het front waren gestuurd om te vechten. Het leveren van goedkope slavenarbeid uit Neuengamme aan nabijgelegen bedrijven werd winstgevend voor de SS, de industriëlen en ook voor lokale politici. De SS waren degenen die daadwerkelijk de salarissen van de slavenarbeiders ontvingen, aangezien Neuengamme door de SS werd opgericht. (Noot van de redactie: u kunt hier een lijst vinden van alle Neuengamme-satellietkampen met korte uitleg.)
Alyn liet me weten dat er in de archieven van de Gedenkstätte ook een interview zat van een andere voormalige gevangene van Muna Lübberstedt, genaamd Barbara Lorber (geboren in Kallos) In dit interview zegt Barbara dat ze in Lübberstedt een barak deelde met haar vriendin Lily Ruttner.
Lily Ruttner was mijn moeder. Nu was ik zeker dat ik de juiste munitiefabriek gevonden had. Ik was zo blij.
Ik vroeg Alyn om een kopie te krijgen van het interview van Barbara Lorber. De getuigenis van Barbara is lang en rijk aan details. Ik schreef naar Timoreh van Yad Vashem en vroeg opnieuw of ze wist of Barbara Lorber nog leefde. Ik kreeg de laatst bekende contactgegevens van Barbara uit 2012 in Netanya, Israël. Het was nu 2016, vier jaar later. Ik belde Barbara op en tot mijn vreugde en opluchting nam ze de telefoon op. Ze was toen 90 jaar oud. Barbara begreep meteen wie ik was. Ze liet me weten dat ze voor de oorlog een goede vriendin van mijn moeder in Tacova was geweest. Ik hou tot op vandaag contact met Barbara via e-mail en telefoontjes.
Het leven van de slavenarbeiders in Lübberstedt
Ik zette mijn zoektocht naar informatie voort. Ik ontving talloze getuigenissen van overlevenden van Lübberstedt via Timoreh van Yad Vashem, via Alyn van de Gedenkstätte Neuengamme in Duitsland en ook van het federale archief in Ludwigsburg, Duitsland. Langzaam vormde zich een beeld van het leven van een slavenarbeider in Lübberstedt.
Alyn vroeg me om informatie over de overlevenden van mijn familie voor de archieven van de Gedenkstätte Neuengamme. Ik gaf haar de gegevens van mijn zeven familieleden die allemaal uit Tacova kwamen, of in de buurt, in het voormalig Tsjechoslowakije.
Dit zijn ze :
- Berta Ruttner (geboren Slyomovics), mijn grootmoeder aan moeders zijde. Ze was 45 jaar oud tijdens de oorlog. Later migreerde ze naar Adelaide, Australië, en overleed in de jaren ‘80.
- Lily Hellinger (geboren Ruttner), mijn moeder en Berta’s oudste dochter. Ze was 19 tijdens de oorlog. Zij migreerde later naar Melbourne, Australië en overleed op 2 januari 2006.
- Elizabeth Just (geboren Ruttner), mijn tante en Berta’s jongste dochter. Ze was 17 tijdens de oorlog. Ze woont in Melbourne, Australië, en is 90 jaar oud op het moment dat dit artikel geschreven werd in juni 2018.
- Etu Rothenberg (geboren Slyomovics), mijn nicht en Nechemmia Lerch zijn schoonmoeder. Zij was 19 tijdens de oorlog. Zij migreerde naar Israël en overleed op 13 augustus 2009.
- Honi August (geboren Slyomovics), mijn nicht en Etu’s jongere zus. Zij was 18 tijdens de oorlog en migreerde naar de VS waar ze overleed op 15 mei 1981.
- Baylu Parush (geboren Berta Klein), mijn nicht. Ze was 17 tijdens de oorlog. Ze migreerde naar Melbourne, Australië, en overleed op 14 juli 2010.
- Mindu Hornick (geboren Klein), mijn nicht en Baylu’s jongere zus. Ze was 15 tijdens de oorlog. Ze woont in Birmingham, VK, en is 89 jaar oud op het moment dat dit artikel geschreven werd in jun 2018.
Ik vertelde Alyn over mijn nicht Mindu Hornick’s vrijwilligerswerk tijdens het laatste decenium als één van de belangrijkste getuigen van de Holocaust in de Midlands (VK). Mindu gaat naar vele scholen en organisaties, zoals antihaat groeperingen in het VK, twee keer per week, om te vertellen over de impact van de oorlog en de Holocaust. Ze voert onvermoeibaar campagne tegen alle vooroordelen hierover, in al zijn vormen.
Herdenkingsplechtigheden in Noord-Duitsland
Alyn vertelde me toen dat er eenmaal per maand rondleidingen voor het publiek georganiseerd worden in Lübberstedt en dat er jaarlijks op de dag van de bevrijding, op 3 mei, twee internationale herdenkingsplechtigheden zijn. Eén plechtigheid bij het monument van de Cap Arcona aan de baai van Lübeck en de andere op het terrein van het voormalige concentratiekamp Neuengamme zelf. Alle drie de plaatsen liggen in de buurt van de stad Hamburg.
E-mails gingen heen en weer en langzaam werd geregeld dat Mindu met één dochter en haar twee kleinkinderen uit Birmingham (VK) zou reizen. Barbara zou reizen van Netanya (Israël) met haar twee kleinzoons, een tweeling. Ik zou reizen van Melbourne, Australië naar Hamburg om samen met hen de herdenkingsplechtigheden bij te wonen. We kregen ook een privétour door Lübberstedt. Helaas was mijn tante, Elizabeth Just in Melbourne, te zwak om deel te nemen.
De KZ gedenkstätte Neuengamme betaalde, via hun financiering door de Duitse overheid en particuliere donateurs, de reis, accommodatie en maaltijden voor Mindu, Barbara en enkele van hun familieleden die hen vergezelden. Ze zorgden ook voor permanente begeleiding voor Mindu en Barbara, vanaf het ophalen aan de luchthaven van Hamburg tot ze opnieuw vertrokken. In ruil daarvoor zouden de overlevenden video-opnames laten maken voor het archief van de Gedenkstätte en deelnemen aan educatieve gesprekken met het Duitse publiek, inclusief schoolkinderen. Vreemd voor mij, ik stond op het punt te ervaren hoe bepaalde delen van de Duitse bevolking, na de oorlog, de herinnering aan degenen die zijn omgekomen en degenen die het hebben overleefd bewaren en herdenken, en hoe ze hun uiterste best doen om het publiek te onderwijzen om ervoor te zorgen dat dit nooit opnieuw zal kunnen gebeuren.
Hamburg
Ik besloot om ruim voor de anderen in Hamburg aan te komen om een paar dagen als toerist te genieten. Ik kon mijn innerlijke uitspraak “Ik zou nooit een voet in op Duitse bodem zetten” voor deze belangrijke hereniging opzijzetten en zelfs van de gelegenheid gebruik maken om een beetje rond te toeren.
Het was tijdens een rondleiding in het prachtige stadhuis van Hamburg (“Rathaus” in het Duits) dat ik verrast werd door de gids, die halverwege de tour het volgende zei:
“U bent toeristen die mooie sites bezoeken. Er zijn veel mooie dingen te zien in Hamburg, maar er zijn ook dingen die niet mooi zijn. Een uur van Hamburg bevindt zich het concentratiekamp Neuengamme. Je moet het zeker allemaal eens bezoeken. Op school kregen we les over de Holocaust en soms interesseerde het me, soms frustreerde het me. Toen ik volwassen was, heb ik Neuengamme bezocht. Tegenwoordig is het een belangrijke herinnering, omdat extreemrechts weer opkomt en het als bewijs geldt voor ontkenners van de Holocaust. “
Dat was totaal onverwacht en ontroerde me. Toen ik de gids later aansprak, vertelde ik haar dat mijn moeder in Muna Lübberstedt verbleven had en dat ik hier was om de herdenkingsplechtigheden bij te wonen van de bevrijdingsdag. Ze antwoordde: “Dus daarom ben je hier. Ik hoop dat je je hier goed voelt?” Ik zei: “Ja, het is een prachtige stad.” Ik was verrast door mijn eigen antwoord, maar meer verrast door haar gevoeligheid.
Alyn Bessmann
Op zaterdagmiddag 28 april 2018 ontmoette ik Alyn Bessman in mijn hotel. In een periode van een jaar en acht maanden waren er meer dan 200 e-mails tussen ons verstuurd, waarin ik vragen had gesteld die Alyn in perfect Engels had beantwoord. We dronken een kopje thee in de foyer van het hotel gedurende ongeveer anderhalf uur.
Toen ik Alyn vroeg wat haar zo interesseerde in het onderwerp zei ze:
“Hoe kun je daar nu niet in geïnteresseerd zijn! “
Natuurlijk is het dit soort ‘aantrekkingskracht’ tegenover de Holocaust dat haar zo’n waardevolle bron van informatie en hulp voor mij maakte. Ik stelde het op prijs dat ze tijd maakte voor dit individuele, rustige gesprek met mij. Zonder haar hulp was dit verhaal niet tot stand gekomen. Alyn vertelde me dat ze elke dag tussen de 6 en 10 verzoeken ontvangt van de 3e generatie en nu 4e generatie nabestaanden van overlevenden. Daarom is het zo belangrijk om ook ons verhaal nu te documenteren voor de toekomstige generaties die willen weten wat er met hun voorouders is gebeurd tijdens de Tweede Wereldoorlog en hoe ze na de oorlog in Australië zijn gaan wonen.
Op dinsdag 1 mei 2018 ontmoette ik mijn nicht Mindu, haar dochter Nicola en haar twee kleinkinderen Bibi Herron en Alex Foster in de lobby van ons hotel in Hamburg. Ik had Mindu en Nicola in 2012 voor het laatst gezien in Birmingham en ik had Bibi en Alex in 2005 nog maar één keer eerder in Londen ontmoet. Het was echt geweldig om hen terug te zien. De oorlog had alle overlevenden van de familie verspreid. In mijn stoutste dromen had ik nooit gedacht dat we in deze omstandigheden opnieuw samen zouden komen in Hamburg.
Een publieke lezing in Hotel Baseler Hof, Hamburg
Op de avond van woensdag 2 mei 2018 gaven Mindu en haar familie in het Baseler Hof Hotel een lezing voor publiek georganiseerd door de KZ-Gedenkstätte Neuengamme. Mindu vertelde over haar vervolging tijdens het nazi-regime, haar gevangenschap in Auschwitz en Muna Lübberstedt en hoe deze ervaringen haar leven beïnvloedden. Haar dochter en kleinkinderen spraken ook over hoe Mindu’s oorlogservaringen hun leven beïnvloed had. Het gesprek werd gemodereerd door Ulrike Jensen, een historica van de KZ-Gedenkstätte Neuengamme. Ongeveer 150 mensen waren aanwezig, meestal jongere Duitsers.
Nogmaals, ik was onder de indruk dat Duitsers een overlevende en haar kinderen wilden horen praten. Mindu huilde regelmatig, bij het opnieuw vertellen van de gruwelverhalen over de dood van haar vader, moeder en twee jongere broers. Het publiek luisterde en stelde op het einde vragen, en bedankte haar voor haar getuigenis. Zo toonden ze, op hun manier, hoe nederig en respectvol ze tegenover haar waren.
Ze stelden Mindu ook vragen over haar geloof na de oorlog. Ze vertelde dat ze uit een orthodox gezin kwam, maar na de oorlog was ze haar geloof kwijt. Later ging ze echter als wees wonen bij haar oom Zoli Slyomovics in Birmingham (VK). Hij was getrouwd en had drie jonge kinderen en hij had een religieus gezin. Mindu vond liefde en veiligheid in het gezin. Zo kreeg ze weer vertrouwen in de mens.
Op de vraag hoe het was om voor Dr. Mengele te staan, antwoordde ze: “Angstaanjagend. Met één handbeweging leefde je of stierf je.” Als antwoord op de vraag hoe het is om in Duitsland te zijn, antwoordde ze dat het haar tijd was om terug te keren. Ze had nooit de naam van de munitiefabriek gekend of geweten waar hij zich bevond, tot voor kort. Ze was al 73 jaar uit Duitsland weggebleven.
Iemand wilde weten hoe Mindu zich voelt over de gebeurtenissen in de wereld van vandaag. Ze gaf toe dat ze erg van streek is om de symptomen van fascisme en racisme opnieuw te zien groeien. In antwoord op wat haar motiveerde om in leven te blijven, antwoordde ze dat het overlevingsinstinct erg sterk was, dat ze hier met familie was en dat dat haar hielp.
Mindu over het waarom ze deze gesprekken geeft:
“Om toekomstige generaties te waarschuwen om dit nooit meer te laten gebeuren”.
Over wat ze het meest gemist heeft, behalve eten:
“Eten … veiligheid, mijn eigen bed, mijn familie”.
We bleven nog lang na het einde van de lezing napraten met het publiek dat ook nog gebleven was. Het was een zeer waardevolle en onthullende gebeurtenis.
Het belangrijkste was dat ik hier Barbara Lorber en haar tweelingzoons Daniel en Aviv Bar-On ontmoette, die de dag ervoor vanuit Israël in Hamburg waren aangekomen.
Barbara en Mindu ontmoetten elkaar hier ook voor het eerst in 73 jaar, dat wil zeggen, sinds hun bevrijding in 1945. Het was een buitengewone avond gevuld met veel warmte van het publiek en knuffels tussen familie en vrienden uit het “oude land” , herenigd, ongelooflijk, in Hamburg.
Alyn woonde dit evenement ook bij, en ik ontmoette ook Hartmut Oberstech, de rechterhand van de verantwoordelijke van de “Muna-werkgroep“, de vrijwilligersorganisatie die het gebied van de voormalige munitiefabriek bewaart en onderhoudt.
Vertaald door Kristof van Mierop